Rabbijn Shimon Evers
Dewariem/Deuteronomium 26:1-29:8
Tsaddiek
Onlangs kwam in een klas het woord tsaddiek ter sprake en ik vroeg aan de leerlingen wat dat betekent. Een van de leerlingen (M.) gaf een prachtig antwoord: “Iemand die zwaar vroom is.” Ik heb hem toegezegd dat ik zijn antwoord zal onthouden. Een andere leerling (C.) stelde daarop een vraag: Hoe kan het dan zijn dat ik iemand ken, die iedereen een tsaddiek noemt, ook mensen die niet zo ‘zwaar vroom’ zijn?
Laten we eerst eens kijken naar de juiste betekenis van het woord tsaddiek. Het is afgeleid van het woord ‘tsedek’, rechtvaardigheid. Wanneer iemand een rechtszaak heeft gehad en hij wordt vrijgesproken dan is hij een tsaddiek. In deze zaak heeft hij het recht aan zijn zijde gekregen, heeft hij rechtvaardig gehandeld.
In de joodse filosofie heeft het woord tsaddiek een veel diepere betekenis en wordt het vaak vertaald met een ‘rechtvaardige’, iemand die volmaakt volgens de joodse leeft. Vaak is het dan een titel die men geeft aan een zeer vooraanstaand en vroom levend persoon. Dat komt al dicht bij de definitie van iemand die ‘zwaar vroom’ is. Maar in de profeet Jesjaja staat: “Uw gehele volk, allen zijn tsaddikiem..”. De gedachte hierbij is dat iedereen de potentie in zich heeft om een tsaddiek te zijn. Iedereen kan kiezen welk pad hij of zij wil volgen. En dat is misschien ook het antwoord op de vraag van leerling C. Het is een wens en een bemoediging die wordt uitgesproken, je hebt de kracht in je om een tsaddiek te zijn!
Uit de zegeningen van deze parasja:
Gezegend ben je in de stad en gezegend op het veld.
Rabbi Simcha Bunim uit Peschischa geeft een prachtige verklaring op deze woorden. Zorg er voor dat je niet een ‘tsaddiek in een bontmantel’ bent! Er zijn 2 manieren om er voor te zorgen dat je het warm krijgt in de winter. Je kunt voor een vuur zorgen of de verwarming aanzetten (wellicht tegenwoordig een graadje lager!); dan hebben alle anderen in de kamer het ook warm. Maar je kunt ook een bontmantel aantrekken. Dan heb jij het wel warm, maar je omgeving profiteert er niet van. Zorg er voor dat jouw streven naar goedheid niet beperkt blijft tot jezelf, maar dat je warmte en goedheid uitstraalt naar je stad en naar het veld.
Gezegend ben je bij je binnenkomst en gezegend ben je bij je vertrek.
(Sommigen zeggen, dat je blij kunt zijn wanneer de gasten komen, maar ook blij mag zijn wanneer ze weer vertrekken) De juiste betekenis is dat de Torah hier de wens uitspreekt dat mensen in vrede en harmonie thuis komen en in vrede en harmonie vertrekken. Rasji voegt nog een element toe: “Net zoals een mens puur en zuiver op deze wereld komt, moge hij net zo puur en zuiver van deze wereld vertrekken.” En dan zijn we weer terug bij het begin en de potentie die eenieder heeft om een tsaddiek te worden.
Het nieuwe jaar is al aanstaande en het is nu ook de tijd om aan eenieder de wens mee te geven dat hij of zij zijn/ haar volledige potentie mag gebruiken in het komend jaar om een tsaddiek te zijn voor zichzelf en voor zijn/ haar omgeving. Dan wordt het vast een goed en zoet jaar voor ons allen.