Parasja Wajelech 5783

Rabbijn Shimon Evers

Dewariem/Deuteronomium 31:1-31:30

Big Ben

Een Amerikaanse toerist maakte een reis naar Londen, samen met zijn zoon. Hij liet hem de toeristische attracties zien, waaronder ook de Big Ben. Het zoontje stond een tijdje geboeid te kijken met zijn hoofd in zijn nek naar de hoge toren met de klok. Daarna vroeg hij zijn vader, waarom is die toren zo hoog, dat je zo ver omhoog moet kijken? De vader dacht even na en toen zei hij: Als de klok niet zo hoog was geweest, maar op bereikbare hoogte, dan had iedereen de klok aangepast aan zijn horloge. Nu is de klok zo hoog dat niemand er aan kan komen.

Een dertiende Torahrol

Maimonides schrijft dat Mosjé voor zijn overlijden voor elke stam een Torahrol heeft geschreven. Daarna schreef hij nog een dertiende Torahrol. Deze moest geplaatst worden aan de zijkant van de ark. Er is discussie of deze Torahrol in de ark lag of dat er een uitstekende plank aan de zijkant was, waarop deze Torahrol lag. Hoe dan ook, deze Torahrol was in het Allerheiligste. Een ruimte die niemand mocht betreden, met uitzondering van de Hoge Priester op Jom Kippoer.

Men zou de vraag kunnen stellen, wat heeft het voor zin om een Torahrol te bewaren in een plaats, waar niemand komt? Bovendien, elke stam had al een eigen Torahrol, waarom is dan überhaupt deze dertiende Torahrol nodig?

Een vooruitziende blik

De grote Spaanse geleerde Nachmanides geeft een prachtige verklaring. De extra Torahrol diende om te verzekeren dat nooit iemand iets kan veranderen aan de G’ddelijke tekst van de Torah. Mosje had een vooruitziende blik. Er komen tijden, dat individuen of groepen of misschien zelfs hele stammen veranderingen en aanpassingen aan de Torah willen maken. De Torah is van Hogerhand gegeven en boven tijd en plaats verheven. Daarom werd er een dertiende Torahrol bewaard in een onaantastbare plaats. Deze Torahrol is onze Big Ben.

Reacties zijn gesloten.