Sjemini Atseret – Tefilat hagesjem

Tefilat haĝesjem – het gebed voor de regen

De krachten van de regen in de herleving der doden
Het lijkt een zeer cryptische aanhef van deze alinea, maar dit is een tekst uit de misjna: “We vermelden de krachten van de regen in de herleving der doden.”

In de winterperiode voegen we in de tweede beracha van de amida – het staande gebed – een klein zinnetje toe: “Masjiew haroe’ach oemoried haĝasjem”, vertaald: “U laat de wind waaien en U laat de regen neerdalen.” Dit zinnetje wordt genoemd de krachten van de regen. De tweede beracha van de amida heeft als onderwerp de herleving der doden en daarom wordt de hele beracha genoemd herleving der doden. Nu is bovenstaand cryptisch citaat duidelijk; in de tweede beracha van de amida (herleving der doden) voegen we toe het zinnetje dat gaat over de krachten van de regen (Masjiew haroe’ach oemoried haĝasjem). De reden dat we spreken over de krachten van de regen in deze beracha is voordehand liggend. Immers zonder regen, zonder water is leven niet mogelijk. Net zoals Hashem beschikt over het leven, zo beschikt hij over het water, waarzonder leven niet mogelijk is.

Vermelden, vragen komt later
In dit geval is er slechts sprake van een vermelding van het feit dat Hashem zorgt voor de regen. We vragen nog niet om regen, dat doen we pas later in het jaar en in een andere beracha van de amida. Het is wel al de tijd van het jaar om te vermelden dat Hashem de regen geeft. Gedurende Soekot stond de behoefte aan regen al centraal. We maken zwaaiende bewegingen met de loelav en de overige drie soorten om aan te geven dat we regen nodig hebben. In de tempel werd er bij het dagelijkse offer water uit gegoten. In dat kader gezien is het logisch om Soekot af te sluiten met een speciaal gebed voor de regen – Tefilat haĝesjem – op de laatste dag, Sjemini Atseret.

Van Sjemini Atseret tot Pesach
De eerste keer dat we masjiew haroe’ach toevoegen is bij het moesafgebed op Sjemini Atseret en de laatste keer is bij sjachariet, het ochtendgebed op de eerste dag Pesach. In vele sjoels is te merken dat deze toevoeging ‘zwaarwegend’ is. Indien technisch mogelijk wordt het witte parochet van Rosj Hasjana en Jom Kippoer voor de Aron HaKodesj gehangen. De chazan gebruikt de speciale melodie die hoort bij de Hoge Feestdagen. En in sommige gemeentes draagt hij een kittel (sargenes), het witte gewaad van Rosj Hasjana en Jom Kippoer. Dit alles om te benadrukken het belang van Tefilat haĝesjem, het gebed voor de regen dat hij nu gaat uitspreken. Na inleidende gebeden over allerlei momenten in de geschiedenis waar water een rol heeft gespeeld wordt de Aron HaKodesj geopend. Luidkeels – vaak met een mooie melodie – vraagt de chazan dat Hashem de wind en de regen zal laten komen:
Tot zegen en niet tot vloek       
hierop zegt de gemeente: Ameen

Tot leven en niet tot dood                        
hierop zegt de gemeente: Ameen

Tot overvloed en niet tot beperktheid
hierop zegt de gemeente: Ameen

Reminder vooraf
Direct nadat de chazan kaddiesj heeft gezegd voorafgaande aan het moesafgebed geeft de ĝabbe de gemeenteleden een reminder dat het zinnetje “Masjiew haroe’ach oemoried haĝasjem” moet worden ingevoegd. In sommige sjoels geeft hij een tik op de biema, in Nederland is gebruikelijk dat hij uitroept Masjiew haroe’ach.

Oeps, vergeten
Aangezien we de helft van het jaar geen Masjiew haroe’ach zeggen is de kans groot dat iemand in het begin er nog aan moet wennen om dit zinnetje in te voegen. Er zijn verschillende situaties met ieder een eigen regel, zie o.a. Kitsoer Sjoelchan Aroech voor meer details. In het algemeen kan gesteld worden dat we er na 30 dagen aan gewend zijn. Dan mag je ervan uitgaan, dat je Masjiew haroe’ach hebt gezegd.

Reacties zijn gesloten.