Parasja Bereesjiet 5783

Rabbijn Shimon Evers

Bereesjiet/Genesis 1:1-6:8

Iedereen heeft zo zijn stokpaardjes, zaken waar je vaak op terug komt. Ik heb ook zo’n stokpaardje en dat is de eerste letter van de Torah. De Torah begint met de letter ‘beet’ van het woord Bereesjiet. Deze letter wordt benadrukt, omdat hij groter wordt geschreven dan de andere letters. Het groter schrijven is niet omdat het de eerste letter van de Torah is, want dat verschijnsel zien we niet bij de andere boeken van de Torah.                                                                                                
Een bekende vraag, die velen heeft bezig gehouden is: Waarom begint de Torah met een ‘beet’, de tweede letter van het Aleph-Beet? Was het niet logischer geweest om de Torah te beginnen met de eerste letter van het Aleph-Beet, de letter ‘aleph’? Taal technisch is het heel makkelijk om de woordvolgorde in de eerste zin van de Torah iets om te draaien, waardoor de Torah kan beginnen met de letter ‘aleph’ van het woord ‘Elokiem’, (G’d)een ideaal begin! En toch begint de Torah met een ‘beet’?!

De vorm van de ‘beet’, een huisje.

De ‘beet’ heeft 3 ‘muren’ en vanuit de ‘beet’ kan je vooruit kijken naar het vervolg van de Torah, maar je kunt niet terugkijken naar vóór de ‘beet’, dat is aan jouw waarneming onttrokken. Wij kunnen alleen maar waarnemen wat er na de Schepping gebeurt, maar wat er was voor de Schepping, kunnen wij niet weten. Voor de Schepping was er helemaal niets! Een mens kan zich niet voorstellen wat ‘niets’ is. Alleen Hashem was er. Daarom begint de Torah met een ‘beet’.

De ‘beet’ heeft de vorm van een huisje. Dit is een verwijzing naar een gedachte die we tegenkomen in de Midrasj en in chassidische literatuur. Waarom wilde Hashem een wereld scheppen? Wat wilde Hij bereiken? Het volgende antwoord wordt gegeven: “Hashem wilde een ‘woning, een huis’ in deze lagere werelden.” Hoe maken wij voor Hem een huis? Daarvoor hebben wij een instructieboekje, een handleiding gekregen, de Torah. In de Torah staan de leefregels die er voor zorgen dat Hashem Zich thuis voelt in deze wereld.  Daarom begint de Torah met een ‘beet’.

Beracha en Bechira, Zegen en Keus.

De ‘beet’ verwijst naar het woord ‘beracha’, dat ‘zegen’ betekent. Indien iemand op zoek is naar een gezegend leven, een leven met een beracha, dan heeft hij die mogelijkheid, dan kan hij of zij daarvoor kiezen. Daarom begint de Torah met een ‘beet’.

De getalswaarde van de letter ‘beet’ is 2. Het getal 2 is het ultieme keuze getal, dat wil zeggen, elke bewuste keus die iemand maakt is altijd terug te brengen tot 2. Het Ivriet woord voor keuze is ‘bechira’ en begint ook met een ‘beet’ Wanneer er een schaal vol met vruchten voor je ligt en je mag er één uitzoeken, dan elimineer je eerst en uiteindelijk blijven er 2 vruchten over en daaruit maak jij je keus. En dit geldt voor alle aspecten van het leven, ‘Ga ik vanochtend naar sjoel?’ of ‘Slaap ik liever uit?’. ‘Geef ik dat geld voor tsedaka?’ of ‘Koop ik liever een mooi horloge?’       Net een gesprek gehad met een cliënt in de gevangenis. Er is iets fout gegaan waardoor zijn Vervroegde Invrijheidsstelling vooralsnog niet kan gebeuren. Ik heb met hem zijn keuzes besproken. ‘Word je boos op degene, die de fout heeft gemaakt?’ of ‘Ga je samen met hem naar een oplossing kijken?’ Ik weet niet wat hij kiest. Ik heb hem alleen geholpen om de dingen op een rijtje te zetten. En zo zijn er nog duizenden keuzes te noemen die we moeten maken. We zijn geen robotten, we maken keuzes. Daarom begint de Torah met een ‘beet’

Wanneer iemand ‘vist’ dan hoopt hij dat hij ‘beet’ heeft. De Torah wordt vergeleken met water en door deze 2×2 verklaringen over de letter ‘beet’ hoop ik dat de lezer ‘beet’ heeft in het water van de Torah en de Beracha- de zegen – in ruime mate over de lezer en over ons allemaal zal worden uitgestort.

Reacties zijn gesloten.