“Niets doen is geen optie”, dat zei Chanan Hertzberger, voorzitter van het Centraal Joods Overleg bij de nationale Kristallnachtherdenking op woensdag 9 november in de Portugese synagoge in Amsterdam. Hertzberger wees er in zijn toespraak op dat intolerantie zich eerst uit tegen een minderheid, maar daar blijft het nooit bij. Hij verwees naar het woord dat in het Hebreeuws wordt gebruikt voor Holocaust: Shoa.
Hertzberger: “In modern Hebreeuws betekent dit woord ‘catastrofe’. In Bijbels Hebreeuws betekent Shoa ‘krachtige wind’. Een orkaan. We kennen allemaal de voortekenen van een orkaan. Het begint met windvlagen die langzaam overgaan in een storm. Dieren worden onrustig, trekken weg of graven zich in. Ook mensen reageren verschillend. Ze vluchten weg, ze zoeken een veilige plek of bouwen een schuilplaats. Anderen negeren de signalen en denken: Het zal wel meevallen, zo erg kan het toch niet zijn?
Hertzberger vertelde in zijn toespraak hoe hij als kind met zijn opa naar de Portugese synagoge ging en hoe zijn opa hem verhaaltjes op de mouw spelde over het imposante gebouw. Later realiseerde Chanan zich dat zijn opa dit deed om het kind af te leiden en er niet op zou komen om die pijnlijke vraag te stellen: “opa, waarom zijn er zoveel lege plaatsen hier. Waar is iedereen…?”
Hertzberger: “Dat veel stoelen leeg waren viel me niet op. Stoelen van mensen die er niet meer waren, die niet waren teruggekeerd. Stoelen van ambachtslieden en artsen, handelaren en diamantairs, van musici, wetenschappers, journalisten en kunstenaars. Meer dan 100.000 Nederlandse joden. Mannen en vrouwen, jongens en meisjes. Vermoord in de vernietigingskampen. Allemaal lege plekken in onze sjoel, in de Joodse gemeenschap, in Amsterdam, in Nederland.
Hertzberger wees erop dat men hier vandaag bijeen is omdat we hebben gezien waar het negeren van signalen toe kan leiden. “In de nacht van 9 op 10 november 1938 werd op een verschrikkelijke manier duidelijk hoe diep de haat en het kwaad zat, hoe waanideeën gemeengoed waren geworden en hoe deze zich uitten in een verschrikkelijke pogrom, de Kristalnacht. Sommige denkbeelden die honderd jaar geleden de voedingsbodem vormden voor de destijds wijdverbreide haat zijn terug.
Joden beheersen de media.
Joden besturen de wereld.
Joden zijn schuldig aan corona.
Aan de oorlog in de Oekraïne.
Aan de economische crisis en het vluchtelingenprobleem.
En misschien wel de meest recente: de zgn. Omvolkingstheorie waarbij Joden achter een geplande omvolking van de Westerse wereld zouden zitten.
En als de voedingsbodem terug is, dan groeit de haat. Op social media, maar ook in de reguliere media. Op straat, in de stadions, op scholen en zelfs in de politiek, verpakt in quasi intellectuele praatjes of veilig weggestopt bij een jongerenvereniging. In het doorsturen van een tweet of het uitnodigen van een spreker. Soms lijkt het wel of antisemitisme opmerkingen, anti -Joodse grapjes en het gebruik van Joodse stereotypen genormaliseerd zijn.
De huidige storm van intolerantie gaat iedereen aan. Het veiligstellen van onze normen en waarden, van leven in vrijheid, gelijkheid en vrede, dat is een zaak van ons allemaal. Ongeacht geloof, huidskleur, geaardheid of geslacht: De storm die groeit uit intolerantie en haat treft iedereen. Nietsdoen is geen optie. Nietsdoen is geen optie, want wie zijn ogen nu sluit, moet er rekening mee houden dat wereld heel donker kan zijn als hij ze weer opent.”
Amsterdam, 9 november 2022