Parasja Chajé Sarah 5783

Rabbijn Shimon Evers

Bereesjiet/Genesis 23:1-25:18

Sarah leeft verder

De naam van een parasja is te beschouwen als de titel van een parasja. De parasja van deze week heet Chajé Sarah – het leven van Sarah. Opmerkelijk, daar het eerste onderwerp van de parasja gaat over het overlijden van Sarah en haar begrafenis in de grot Machpela. Daarna gaat de parasja uitgebreid verder over het huwelijk van Jitschak en Rivka. Waarom dan toch deze titel? Een van de bekendste verklaringen is, dat het leven van Sarah niet stopte bij haar overlijden. Haar leven ging verder, omdat haar nakomelingen haar weg in het leven bleven volgen, zo leefde zij verder.

Chief Rabbi Lord Jonathan Sacks Z”L*

In 2020 is in Londen overleden emeritus Chief Rabbi Lord Jonathan Sacks. Een zeer bijzonder man, een groot geleerde en filosoof, een eminent spreker, geliefd in alle kringen, zowel in Groot Brittannië als ver daar buiten. Zijn overlijden is een groot verlies voor de joodse wereld. Gelijk Sarah verder leefde in haar kinderen, zo kunnen wij de herinnering aan Rabbi Sacks levend houden. Het volgende stukje, kreeg ik kort na zijn overlijden van verschillende kanten toegestuurd.

Emoena – geloof

Zelden sprak Rabbi Sacks erover, maar gedurende zijn leven heeft hij tot twee keer toe de strijd met kanker moeten leveren en overwonnen, eerst in zijn dertiger jaren en later nog een keer gedurende zijn vijftiger jaren. Andere rabbijnen, die hetzelfde hebben meegemaakt, verwezen in hun publicaties vaak naar deze periode en de lessen die ze hier uit leerden, maar Rabbi Sacks refereert in de enorme hoeveelheid aan publicaties die op zijn naam staat ternauwernood aan deze periode in zijn leven. Iemand heeft hem ooit gevraagd, waarom?

“Het is heel simpel” zei hij. “Ik heb gezien hoe wijlen mijn vader in zijn tachtiger jaren vier, vijf operaties heeft overleefd. Dat was geen kanker, maar vervanging van een versleten heup en dergelijke. Op deze leeftijd kost een operatie heel veel energie en in de loop der jaren werd hij zwakker en zwakker. Op krukken lopend was hij aanwezig bij mij inauguratie, en dat was heel belangrijk voor mij.

“Wijlen mij vader – alav hashalom**-  had geen uitgebreide joodse opvoeding gehad, maar hij was bijzonder sterk in zijn emoena, zijn geloof.” Zo vertelde Rabbi Sacks verder. “Vaak keek ik naar hem als hij Tehiliem – psalmen – zei in het ziekenhuis en ik kon zien dat dit hem kracht gaf. Ik kreeg de indruk dat zijn houding was: Ik laat het over aan Hashem. Als Hij denkt dat de tijd is gekomen voor mij om te gaan dan is het tijd voor mij om te gaan. En als Hij mij nog nodig heeft om hier wat te doen, dan zal Hij op mij letten.”

“Ik heb diezelfde houding overgenomen. Beide keren had ik het gevoel, als dit het moment is dat Hashem mij nodig heeft daarboven, dank U wel voor mijn tijd hier beneden; ik heb genoten van elke dag en voel mij een gezegend mens. En als Hij mij nog nodig heeft op deze aarde, dan is Hij er ook voor mijn refoe’a – genezing en heb ik vertrouwen in Hem. Dus, het was voor mij geen beproeving in mijn geloof, op geen enkel moment, maar simpelweg: ‘bejado afkied roechi’ (In Zijn hand geef ik mijn ziel in bewaring). Dat waren mijn gedachten. En deze woorden zeggen we dagelijks in Adon Olam***, daarom vond ik het niet nodig om er nog een boek over te schrijven. Het was voor mij geen theologisch dilemma.”

“Ik had emoena, geloof” zei Rabbi Sacks, “full stop!” 

* Z”L, zichrono liwracha, zijn nagedachtenis zij tot zegen.

** alav hashalom betekent ‘op hem rust vrede’, een veelgebruikte toevoeging na de vermelding van een overleden persoon.

 *** Adon Olam – heer der wereld, de titel van een prachtig gedicht aan het begin van het dagelijkse ochtendgebed en ook een onderdeel van het  gebed voor het slapen gaan.

Reacties zijn gesloten.