De oorlogsarchieven van het Vaticaan gaan open. In principe. Dat meldde de Amerikaanse voormalige onderminister Stuart Eizenstat. De Vaticaanse oorlogsarchieven worden in principe toegankelijk gemaakt. Volgens Stuart Eizenstat heeft Marcel Chappin, een functionaris van het Vaticaan dat jegens hem verklaard. Het gaat echter nog zes jaar duren voor het zo ver is. Eizenstadt deed de mededeling tijdens een conferentie in Praag over in de Holocaust geroofd bezit.
Aangenomen wordt dat het archief belangrijke informatie bevat over de gedragingen van het Vaticaan in de oorlog, en met name dee rol van de toenmalige paus. Ook biedt het archief waarschijnlijk informatie over in de oorlog verdwenen Joodse bezittingen. Met het oog daarop werd het belang van het openen van archieven of het teruggeven van archieven aan de landen van herkomst op de conferentie sterk benadrukt. Eisenstat gaf leiding aan de Amerikaanse delegatie tijdens de conferentie.
De conferentie sloot af met het aannemen van een verklaring. Dit gebeurde in het voormalige Duitse concentratiekamp Theresienstadt (Terezin).
De Nederlandse delegatie stond onder leiding van Pieter Jan Wolthers, directeur Juridische Zaken van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Tijdens de door EU-voorzitter Tsjechië gerorganiseerde conferentie, presenteerde Nederland een rapport over tien jaar restitutiebeleid in Nederland. Julie-Marthe Cohen van het Joods Historisch Museum gaf een uiteenzetting over het traceren van de herkomst van Judaica.
De belangrijkste nadruk werd op de conferentie in Praag gelegd op de hoge leeftijd waarop de laatste generatie Sjoa-overlevenden is aanbeland en het belang om daarom niet langer te wachten met het bieden van steun aan hulpbehoevende vervolgingsslachtoffers en het teruggeven van geroofd joods bezit.
De conferentie is een followup van een dergelijke conferentie tien jaar geleden in Washington. Gebleken is dat een aantal landen met een grote vooroorlogse joodse populatie, waaronder Polen en Litouwen niet of nauwelijks serieus werk hebben gemaakt van het restitueren van onroerend en roerend (waaronder kunstvoorwerpen)joods bezit. Tsjechië kondigde aan het einde van de conferentie aan dat in Theresienstadt een instituut wordt gevestigd dat de verdere ontwikkeling van de teruggave van of compensatie voor geroofd joods bezit, gaat monitoren. De ‘best practises’ per land zullen dan in de aandacht worden gebracht.