Op de dag dat de Kristallnacht wordt herdacht is een enorme nieuwe sjoel ingewijd in het hart van de Zuid-Duitse stad München. Naast hoop, optimisme en bewondering was er ruimte voor tranen.
Tranen vloeiden toen Charlotte Knobloch, voorzitter van de Joodse Gemeente München en van de Zentralrat der Jüden in Deutschland, de volle sjoel toesprak. De sjoel heet opnieuw Ohel Jakob, naar het door de nazi’s verwoeste bedehuis.
Knobloch: “Ik heb de afgelopen dagen veel aan Jakob gedacht. Aan wie G-d heeft gezegd ‘Ik ben bij je; overal waar je gaat’.”
De woorden van Knobloch waren een verwijzing naar de verschrikkingen die de Münchener Joden ondergingen vanaf het moment dat hun eerste synagoge, vijf maanden voor de Kristallnacht in 1938 door de nazi’s werd gesloopt. Zij memoreerde met een snik in haar stem hoe zij op 10 november 1938, de dag na Kristallnacht 68 jaar geleden, door München liep. “De sjoels smeulden nog. Ik was zes jaar oud toen ik aan de hand van mijn vader de geruïneerde sjoels zag. Ik was toen een kind en nu heb ik de sleutel van het gebouw, die ik zoëven van de burgemeester mocht ontvangen, doorgegeven. Aan een kind van de leeftijd die ik destijds had, opdat het optimisme aan de toekomstige generaties wordt doorgegeven. 9 November is voor mij steeds een dag van het verleden geweest. Dat blijft het ook, maar vanaf vandaag is het ook een dag van de toekomst.”
De bouw van het 75 miljoen euro kostende complex bestaande uit een imposante sjoel, een Joods museum en een enorm gemeenschapscentrum waarin ook een kinderopvang en een fitnessruimte, maakt duidelijk, aldus Knobloch, dat de Joodse gemeenschap weer terug is en blijft.
München telt circa 9.000 Joden, daarmee is het na Berlijn de tweede kehilla van Duitsland. Er zijn naar schatting zo’n 120.000 Joden in de Bondsrepubliek. Veelal van Russische origine. De sjoel raakt meerdere keren per maand vol met zo’n 300-400 bezoekers per duenst, bijvoorbeeld wanneer er een bar mitswa wordt gevierd.
Knobloch: “Deze dag, dit moment, bevestigt mijn liefde voor deze stad en voor dit land. Ik wilde dat de opening van deze sjoel op 9 november zou plaatsvinden. Opdat daarmee duidelijk zou worden dat het Hitler niet is gelukt om ons te vernietigen. Wij zijn, opnieuw, een integraal deel van dit land. Hier te staan, in dit nieuwe bedehuis, heeft een droom werkelijkheid doen worden.”
Op de woorden van Knobloch volgden toespraken van bondspresident Köhler, de Beierse president en de burgemeester van München. Alledrie roemden zij het doorzettingsvermogen van Knobloch.
Bondspresident Horst Köhler kon er niet omheen te moeten vaststellen dat juist op de dag dat de nieuwe imposante hoofdsynagoge wordt ingewijd neo-nazi’s – overigens tevergeefs – trachtten een demonstratie te houden in de Beierse hoofstad. Drie jaar geleden werd een aantal neo-nazi’s gearresteerd dat op weg was een aanslag op de toen in aanbouw zijnde sjoel te plegen. Köhler: “Ik hoop dat deze synagoge een deel van onze toekomst wordt.”
Stoiber: “Ik ben blij dat Joden weer in Duitsland willen wonen en met het neerzetten van dit complex bouwen aan een nieuwe toekomst hier.”
Opperrabbijn Israel Meir Lau ging in op de gemengde gevoelens die hij heeft. “Had ik deze sjoel, had ik jullie allemaal maar, in Jeroesjalajiem.” Het leverde hem een daverend applaus op. Lau memoreerde hoe hij, met de Duitse latere bondskanselier Konrad Adenauer, Treblinka had overleefd. “Daar wisten we als Joden van allerlei plaatsen en achtergronden, samen te sterven. Laat ons zelf in staat stellen samen te leven!”
De openingsceremonie werd bijgewoond door de Bondspresident, president Stoiber van de deelstaat Beieren, de burgemeester van München, de kardinaal, de Oosters-Orthodoxe leider, rectores van drie universiteiten, opperrabbijn Lau van Tel Aviv en opperrabbijn Goldschmidt van Moskou, tevens voorzitter van de Conferentie van Europese Rabbijnen, leiders van Joodse gemeenschappen uit zo’n tien verschillende Europese landen, leiders van het Joods Wereld Congres en het Europees Joods Congres en rabbijnen en bestuurders van diverse Joodse Gemeenten in de Bondsrepubliek.
De inwijding werd geleid door de rabbijn van de kehilla, Steven Lagnas en de chazzaniem Malovany en Helfgott uit New York, geassisteerd door het Jerusalem Great Synagogue Choir, met de Nederlandse koristen Moshe Moskovits, Abby Israels en Gershon Polak.
Voorafgaand aan de inwijding werd voor het laatst mincha geoord in de ‘oude’ sjoel aan de Reitenbachstrasse waarna de sifre Tora in optocht naar de nieuwe sjoel werden gedragen.