Op 26 april sprak CJO-secretaris Ruben Vis voor een zaal vol geïnteresseerde Protestanten, over het Palestijns-christelijke Kairos-document en de positie die de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) hier over in had genomen.
Geachte dames en heren, Israelvrienden,
Het is een voorrecht hier voor u te staan. Beter hier in de Wilhelminakerk dan elders in Soest in de Julianakerk. De laatste is een kerk die onderdak verleent aan een bijeenkomst over twee weken waar men hoopt te bidden, in de Julianakerk, zodat, en ik citeer, “het evangelie van Jeshua (Jezus) gebracht én ontvangen mag worden zodat Jood & Arabier ‘De Weg’ zullen vinden om in vrede met elkaar te leven door Jeshua (Jezus)!”
Gebrek aan onverschilligheid
Nog kan het Joodse volk niet in rust en vrede leven. Nog wordt haar geestelijk erfgoed haar ontnomen en zijn er die menen dat zij ons de weg moeten voorschrijven. Het Joodse volk leeft – Am Jisraeel Chai. Maar doet dat tegen de verdrukking in.
De hoofdredacteur van het NIW, Esther Voet, schreef vorige week een waar woord: het gebrek aan onverschilligheid, dat is nu juist onze kracht.
Terra Promessa
Daarom sta ik hier, temidden van tal van Israelvrienden, die vanuit hun geloof solidariseren met het Joodse volk. Bij u heerst net als bij ons bepaald geen onverschilligheid. Bij u leeft de oprechte betrokkenheid bij, wat de vorige paus niet ten onrechte noemde ‘de oudere broeder’.
Wellicht is de paus niet uw leidsman en staat de Roomse Kerk heden ten dage vrijwel uitsluitend negatief in de belangstelling, maar ik wil niet onvermeld laten hetgeen Arik Sharon, destijds de premier van Israel, mij eens vertelde. In een ontmoeting met paus JP II had deze tegen Sharon gezegd: voor u en voor ons is het het Terra Sancta – het Heilige land. Voor u is het voorts het Terra Promessa – Het beloofde land.
Op 9 maart sprak ik met het Moderamen van de PKN. Alhoewel de verwachting was met een driemanschap te spreken, en onze delegatie dus ook niet groter was: CJO-voorzitter Willem Koster, Marijke Slager van het NIK, en ikzelf, bevond ik mij tegenover minstens twintig gesprekspartners. Moderamenleden, de Scriba, de medewerker van de scriba, de directeur van de Dienstenorganisatie, Kerk en Israel-medewerkers, leden van de Raad voor Kerk en Israel, Kerk in Actie-medewerkers en zo meer.
Laat mij een indruk geven van dat gesprek.
Vervangen
De Kerk is nog niet verlost van de Alle Kernwapens de wereld uit-gedachte.
Op grond van maatschappelijke keuzes komt men er toe de maatschappij in te willen richten en zich met politiek te willen bemoeien.
Voor een onderbouwing van iemands handelen verwacht ik van de kerk geen aanhaken bij het internationale recht. Een kerk laat zich door zijn of haar theologie leiden; de gezamenlijke verering van de God dat is wat een kerk of kerkgenootschap te doen staat; niet internationaal-recht bedrijven. Een overigens ongelofelijk moeilijk, onduidelijk, en sterk gepolitiseerd rechtsgebied.
Natuurlijk kan daar wel plaats voor zijn, maar bij de PKN-leiding lijkt de Bijbel te zijn vervangen voor door mensen gemaakte Handvesten. Het is weer eens een andere invulling van het begrip ‘Vervangingstheologie’.
Thelogisch verval
“Israel, u moet in ieder geval stoppen met de nederzettingen,” schrijft de PKN aan de Israelische ambassadeur. De PKN etaleert eenzijdigheid hier, maar bovenal theologisch verval.
Heel verschillend
Nee, je hoeft het er niet mee eens te zijn dat er nederzettingen zijn in Judea en Samaria, ook binnen Joodse kring en ook binnen het Centraal Joods Overleg, wordt daar heel verschillend over gedacht.
Is het plotseling tegen de Bijbel dat Joden zich in Judea en Samaria vestigen? Er is een dispuut tussen de Middeleeuwse Joodse geleerden over de vraag of de vestiging in het Joodse land nu een van de 613 voorschriften is, of een voorwaarde is om de 613 voorschriften te vervullen. Waarmee ik maar wil zeggen: zich te vestigen in het land Israel is voor Joden een voorschrift waar ze niet zo gemakkelijk onderuit komen.
Sommige christelijke groeperingen proberen daar op hun theologische grondslagen zelfs aan bij te dragen. Wie zijn eigen Bijbel serieus neemt en zich realiseert waar, in welke plaats, de Jood Jezus ter wereld kwam, zou er verstandig aan doen niet zo hoog van de kerktoren te blazen.
Nog los van het feit, en dat is een minstens zo’n belangrijke en op de praktijk gebaseerde constatering, dat 1-zijdige opheffing van nederzettingen bewezen heeft geen stabiliteit, geen rust, geen orde en vrede er voor terug te krijgen.
Boycotelement
Ik hoef u niets meer te zeggen over het boycotelement in de Kairos-verklaring. Dagblad Trouw heeft juist op Jom Ha’atsma’oet, de Israelische Onafhankelijkheidsdag, uiteen gezet dat het document in de Nederlandse vertaling flink is aangedikt door CDA-politica Rena Netjes. Ik heb het eerder op Twitter ‘bedrog van Christelijke Palestijnenvrienden’ genoemd.
Er lijkt ook een bepaalde naïviteit te zijn bij de PKN. Was men er niet mee bekend dat het document niet afkomstig is van de werkelijke christelijke leiders in het gebied.
Belangrijk is toch wel te noemen, en ook dit wil ik hier benadrukken als een betekenisvol en prijzenswaardig besluit, dat de PKN NIET bereid is zich in te zetten voor welke vorm van boycot ook. Een standpunt dat elders in de Westers-christelijke wereld bepaald anders ligt.
Minimalistische wijze
Wij hebben op een onjuiste en onnodige vermenging gewezen. In de PKN-brief aan de Israelische ambassadeur wordt eerst ingegaan op het antisemitisme in Nederland en wat de PKN hier tegen doet. Het lijkt er op dat dit de invulling is van de onopgeefbare verbondenheid met Israel die aldus op deze minimalistische wijze gestalte wordt gegeven. De bestrijding van Jodenhaat in Nederland is de vervulling van dit voorschrift uit uw Kerkorde. Het lijkt mij geen stand te kunnen houden, slechts daar voor te gaan.
Ook alle niet-Joden
Twee jaar geleden zei ds. Henri Veldhuis, geciteerd in het Reformatorisch Dagblad, dat er geen enkele reden is om geseculariseerde Joden of Israëli’s een bijzonder theologisch aura toe te kennen, zich met hen onopgeefbaar verbonden te voelen. Ik citeer: “Daar zijn wel de onopgeefbare beloften van God, maar sinds Pinksteren delen ook alle niet-Joden in die beloften.”
Dit, dames en heren, is een regelrechte uiting van de zgn. Vervangingstheologie, de gedachte dat de kerk in de plaats van Israël is gekomen. Kerkelijk anti-Judaïsme waar voor de jood, het Jodendom en daarmee voor de joodse staat geen plaats is. Je zou kunnen zeggen dat Veldhuis zich niet aan de Kerkorde houdt. Of: voor hem lijkt dit befaamde Kerordelijke artikel gewoonweg niet meer te bestaan: er is geen bijzondere positie meer voor wat hem betreft.
In ons gesprek met de PKN heb ik er op gewezen dat onze Joodse scholen onder meer bevolkt worden door kinderen waarvan de ouders uit Irak, Iran of Jemen komen. Omdat zij daar niet meer konden wonen. En nu de Iraakse democratie opnieuw tot stand probeert te komen, is een van de eerste zaken daar: het voorstellen van anti-Joodse regels.
Wij hebben de Moderamen-leden en hun medewerkers er op gewezen hoe gemakkelijk het is de ambassadeur van Israel aan te spreken, aan te schrijven, liefst nog openbaar. De PKN zegt wel te communiceren met Palestijnse NGO’s maar machthebbers in Ramallah of Gaza zijn niet geadresseerd. Ook de Arabische staten hebben vanuit de Utrechtse Joseph Haydnlaan geen dergelijke brief ontvangen. Het zijn manifestaties van de ongelukkige eenzijdigheid en onevenwichtigheid van de PKN-actie.
Wij zijn uiteen gegaan met twee toekomst gerichte afspraken:
Er komt een gezamenlijke reis naar Israel, naar Nes Ammim, de christelijke kibboets in Galilea.
Wij gaan de PKN helpen met de concretisering van de Kerkordelijke opdracht tot onopgeefbare verbondenheid met Israel.
Ik wens u als leden van de Protestantse Kerk in Nederland of als betrokkenen daarbij, veel kracht en wijsheid toe. Het is mij bekend hoe zeer zich op dit onderwerp een richtingstrijd afspeelt binnen de Kerk.
Op Jom Ha’atsma’oet, de Israelische Onafhankelijkheidsdag, wenst de een aan de ander: Moadiem lesimcha – momenten van vreugde.
Waarop de ander antwoordt met de wens die ik u ook toewens: Lige’oela sjelema – laat de volledige verlossing spoedig komen.