Kardinaal ontmoet Joodse delegatie

Kardinaal Simonis heeft een delegatie van het Nederlands-Israelitisch Kerkgenootschap en het Portugees-Israëlietisch Kerkgenootschap ontvangen. De ontmoeting stond in het kader van het gedenken van de op 2 augustus overleden kardinaal Willebrands en diens vooraanstaande rol in de Joods-Katholieke dialoog.

Door allen werd dit bezoek als warm en hartelijk gekenschetst. De kardinaal onderstreepte het belang van een ontmoeting van de Nederlandse bisschoppen en de leiders van de Joodse gemeenschap.

De Joodse delegatie bestond uit Marijke Slager, in de Permanente Commissie van het NIK verantwoordelijk voor de interreligieuze relaties en de rabbijnen R. Evers en Jacobs. Ook oud-NIK-secretaris Joop Sanders die destijds kardinaal Willebrands had ontmoet, en David Cohen Paraira, van de Hoofdcommissie voor de Zaken van het Portugees Israëlietisch Kerkgenootschap namen aan de bespreking deel. De aartsbisschop van Utrecht werd gesecondeerd door leden van de Katholieke Raad voor Israel.
Dit bezoek ter gelegenheid van de condoleance werd tevens benut om de bestaande contacten te verdiepen en de persoonlijke vriendschap te verstevigen.
David Cohen Paraira, rabbijn Jacobs, kardinaal Simonis, Marijke Slager, rabbijn Evers, Joop Sanders.

Zielerust
Rabbijn Jacobs legde de aard van het bezoek uit: “In het eerste jaar na het overlijden van een dierbare verrichten we goede daden voor de zielerust van de overledene. Ons bezoek moet vanuit die optiek gezien worden. Een mitswa, een goede daad, ter ondersteuning van de zielerust van kardinaal Willebrands. Maar dit is niet alleen zo maar een mitswa, ons samenkomen ligt in de lijn van hetgeen hij wilde: een treffen tussen de geloofsgemeenschappen. Nader tot elkaar komen, wederzijds begrip en respect.”

Hartverwarmend
Rabbijn R. EversRabbijn Evers memoreerde kardinaal Willebrands als volgt:” Momenten zoals deze zijn hartverwarmend. “De nagedachtenis van kardinaal Willebrands, een geestelijk voorman, ligt gelegen in het feit dat hij als geen ander voor het NIK als overkoepelend orgaan van het traditionele Nederlandse Jodendom een ware brugfunctie tussen kerk en synagoge heeft vervuld. Een geweldige inzet gepaard aan een diepe emotie hebben kardinaal Willebrands gekenmerkt. Met zijn heengaan is ons een goede vriend ontvallen.”

Aimabel mens
Kardinaal Simonis zei over kardinaal Willebrands: “Kardinaal Willebrands was een groot theoloog en een aimabel mens. Inzet voor de ontwikkeling van een nieuwe katholieke theologie over het jodendom ging bij hem hand in hand met de persoonlijke ontmoeting met Joden. Wij willen hem, om zijn inzet en persoonlijke betrokkenheid, in dankbaarheid gedenken.
Wij zijn broeders (en zusters), die met al onze verschillen, veel delen. U gaf hier al enkele voorbeelden van: de zorg om de waarden en normen in onze samenleving; de zorg om de opvoeding en het onderwijs van onze kinderen; het feit dat in deze maatschappij mensen hongeren naar zingeving en spiritualiteit. Daar ligt voor onze beide geloofsgemeenschappen een opdracht, waaraan wij mogen en moeten werken. Ieder naar zijn eigen roeping, maar met het gedeelde ideaal van de komst van het Koninkrijk Gods voor ogen.”

Geen onwaarheid
Zich rechtstreeks tot de kardinaal wendend zei rabbijn Jacobs: “Eminentie, ik meen dat ik geen onwaarheid spreek als ik zeg dat wij vrienden, broeders van elkaar zijn. Ja, de RK Kerk en het Jodendom hebben een aantal cruciale verschilpunten, ook in de letterlijke zin van het woord! Maar wij weten van elkaar dat wij zoveel gemeen hebben. (….) Ons samenzijn vandaag is een getuigenis van onze vriendschap, van ons besef dat we samen veel kunnen en moeten doen.”

Diepe emotie
Rabbijn Evers ging in op de inzet die kardinaal Willebrands heeft getoond jegens het joodse volk en betoogde onder meer dat de kardinaal een geweldige inzet gepaard liet gaan met een diepe emotie. “Met zijn heen gaan is ons een goede vriend ontvallen. Hij heeft veel gedaan en gepleit voor erkenning van de Staat Israël door het Vaticaan.”

Religieuze haast
Vervolgens legde rabbijn Evers een verband met de Joodse feestdagen “We staan vlak voor Jom Kippoer. In feite zijn de Hoge Feestdagen de meest mensgerichte feestdagen van het Joodse jaar. Ware G’dsdienst uit zich in een open en warme instelling naar onze medemens toe, het besef, dat we allemaal schepselen van G’d zijn. De laatste tijd bestaat er een tendens om de mens in onze religieuze haast te vergeten. Rabbi Akiwa verklaart de naastenliefde tot een alles overtreffend hoofdprincipe. We mogen niemand van ons vervreemden.
Vraag een volwassene om op te schrijven welke vijf belangrijkste humanistische en morele waarden hij aan de wereld zou willen nalaten, en al snel blijkt dat de meest hooggestemde idealen het dagelijkse verwachtingspatroon zijn binnen de religie. Alleen al aan de intermenselijke aspiraties van het geloof heeft een humanist zijn handen vol. Een oud Talmoedisch gezegde stelt, dat “wie van de Vader houdt, ook Zijn kinderen liefheeft”. De morele basis voor naastenliefde ligt in onze gelijkheid voor G’d.”

Onschatbare waarde
Rabbijn Evers besloot zijn uiteenzetting met een woord direct aan kardinaal Simonis gericht. “Uw warme woorden, Kardinaal Simonis, spreken van diezelfde broederlijkheid en saamhorigheid, die juist vandaag de dag – nu de interreligieuze spanningen hoog oplopen – van onschatbare waarde zijn.”

Het begin van Uw daden
Rabbijn J.S. JacobsOok rabbijn Jacobs legde een verband met de Joodse feestdagen, met name het Joode Nieuwjaar – Rosj Hasjana. “Op Rosj Hasjana 5767 jaar geleden, heeft G’d ons aller voorvader Adam geschapen. In een van de gebeden die wij op Joods Nieuwjaar uitspraken lezen wij: “Deze dag is het begin van Uw Daden”. De vraag wordt gesteld: dit is toch de zesde dag van de G’ds schepping, de aarde was al geschapen, planten en dieren bewoonden reeds G’ds aarde. Hoe kan er gesproken worden over het begin van Uw schepping als het reeds de zesde dag betreft?
Onze Geleerden geven aan dat hiermee wordt benadrukt dat het doel van de schepping de mens is. G’d wil van ons dat wij een een woning, een Heiligdom hier op aarde maken, waar Hij gediend wordt door de mens. En daarom is de zesde dag het begin van uw Daden: pas als de mens er is, is het doel van de Schepping bereikt. Wij, mensen, dienen een Heiligdom te bouwen, onze omgeving spiritueel te verheffen, ons huis en onszelf voor ogen te houden dat wij hier zijn op aarde om Zijn Wil te vervullen.”

Raad voor Israel
Mevrouw Slager uitte haar waardering voor de rol die de Katholieke Raad voor Israel speelt in de contacten die het NIK onderhoudt met de Rooms-Katholieke Kerk. Met KRI-voortzitter Jaap van de Meij werden recent nog besprekingen gevoerd en de brief die de KRI aan de Joodse gemeenschap stuurde naar aanleiding van de oorlog tussen Israel en Hezbolla was een voorbeeld van medeleven en respect.
De bijeenkomst werd besloten met het tekenen van het condoleanceregister.

De bijeenkomst werd besloten met het tekenen van het condoleanceregister.

Reacties zijn gesloten.