Haarlemse straten vernoemd naar rabbijnen

In Haarlem zijn in het Appelaarcomplex straten vernoemd naar rabbijn Simon de Vries en opperrabbijn Philip Frank.

De onthulling van de straatnaamborden Simon de Vrieshof en Philip Frankplein vond plaats in aanwezigheid van een nazaat van rabbijn De Vries, de voorzitter van de Joodse Gemeente Haarlem, rabbijn S. Spiero van Haarlem en een bestuurslid van het Nederlands-Israëlitisch Kerkgenootschap. Beide rabbijnen kwamen in de Tweede Wereldoorlog om het leven. Frank werd uit represaille door de Duitsers gefusilleerd. De Vries kwam om in het kamp Bergen-Belsen.

Toneelschuur
In een zijmuurt van de Toneelschuur is een gedenksteen.De Simon de Vrieshof en het Philip Frankplein liggen in de nabijheid van de plaats waar eens de synagoge stond. Een gedenksteen in de zijmuur van de Toneelschuur in de Wijde Appelaarsteeg markeert de locatie van deze synagoge. Ook de namen van de beide rabbijnen zijn in de steen gebeiteld.
De nieuwe straatnamen dragen bij aan het levend houden van de herinnering aan beide mannen, die zowel voor de Joodse gemeenschap in Haarlem als voor de stad van bijzondere betekenis zijn geweest.

Joodse Riten en Symbolen, rabbijn S.Ph. de VriesS.Ph. de Vries gaf bijna 50 jaar geestelijke leiding aan de Joodse Gemeente in Haarlem. Hij werd bekend van zijn feuilleton en later in boekvorm verschenen Joodse Riten en Symbolen waar hij voor de niet-Joodse belangstellende uitleg geeft over het Jodendom. Het is sinds zijn eerste editie een standaardwerk gebleken op dit terrein.

Het boek Joodse Riten en Symbolen is verkrijgbaar bij het NIK.

Philip Frank volgde op redelijk jonge leeftijd in 1940 De Vries op. Hij was opperrabbijn van Noord-Holland, wat alle Joodse Gemeenten in de provincie betrof, met uitzondering van Amsterdam.
Na twee aanslagen op de Duitse bezetter werd Opperrabbijn Frank met negen anderen gefusilleerd in de duinen bij Bloemendaal. De waardige wijze waarop hij zijn dood tegemoet trad, en zijn bemoedigende optreden jegens zijn lotgenoten, zijn bekend geworden bijzonderheden die na zijn dood voortleven.

Monument
In 2003 werd in de duinen van Overveen een monument onthuld ter nagedachtenis aan opperrabbijn Philip Frank, Barend Chapon (voorzitter NIG Haarlem) en Herbert Drilsma, oud-gemeenteraadslid van Haarlem. Met nog zeven anderen werden zij op 2 februari 1943 op die plaats gefusilleerd als vergelding voor de dood van een Duitse militair. De nog jonge opperrabbijn (27 jaar oud) wist zijn negen andere lotgenoten tot het laatst toe moed in te spreken. Hun ontzielde lichamen werden door de Duitsers niet vrij gegeven maar in Driehuis-Westerveld gecremeerd. Philip Frank was de eerste (en naar later zou blijken ook de enige) opperrabbijn van Noord-Holland, nadat Amsterdam een apart ressort was geworden binnen het NIK. Tot dan was de opperrabbijn van Amsterdam tevens opperrabbijn van Noord-Holland.
Beeldend kunstenaar Jules Chapon, de inmiddels 87-jarige zoon van Barend Chapon en de NIG Haarlem hadden lang aangedrongen op een herinneringsteken in de Kennemer duinen. Bij de onthulling van het gedenkteken was het PC-lid Lex Wolf namens het Nederlands-Israëlitisch Kerkgenootschap aanwezig.

Rabbinale straten
Ook op andere plaatsen zijn rabbijnen en opperrabbijnen met een straat- of brugnaam geëerd. Brugggen in Amsterdam werden vernoemd naar onder meer opperrabbijn Sarlouis en de volksrebbe rabbijn dr De Hond. Ook is er achter het Joods Historisch Museum het A.S. Onderwijzerhof.
In Rotterdam heet het plein waar de sjoel is gevestigd naar opperrabbijn Davids en een straat in de nabijheid van de deportatieplaats, in het huidige Kop van Zuidgebied naar de na-oorlogse opperrabbijn Levi Vorst. In Den Haag is opperrabbijn Maarsen geëerd met een naar hem genoemd rabbijn Maarsenplein, waar dus vreemd genoeg het voorvoegsel ‘opper’ aan ontbreekt.
De straat waar de sjoel in Zwolle al meer dan 100 jaar staat, heet sinds geruime tijd naar de in de oorlog overleden Zwolse opperrabbijn, de Samuel Hirschstraat.

Reacties zijn gesloten.