De waarde van geld

Rabbijn Evers over de waarde van geld. Lees de Jom Kippoer-derasja van de NIK-rabbijn en kijk terug op de net afgesloten feestdagen-cyclus.


Rabbijn mr. drs. R. Evers, NIK-rabbijn 

Bestaat er een verschil tussen Jom Kippoer en Jom Hakippoerim?
Wanneer wij enkel bezig zijn met onze relatie met Hakadosj Baroech Hoe, G’d, dan spreken we van Jom Kippoer, de dag van vergeving, in het enkelvoud.

Maar wanneer we het hebben over in het reine komen met onze medemens, dan heet het Jom Hakippoerim, in het meervoud. Twee relaties bepalen ons leven. Beide gaan gepaard met veel innerlijke strijd.
De afgelopen veertig dagen – vanaf het begin van Elloel – waren inderdaad een periode van moeilijke strijd: de eeuwige problematiek van de keuze tussen een gedisciplineerd, moreel en idealistisch leven tegenover de glijdende schaal van lust, hebzucht, passie en de verleiding van `steeds meer en steeds mooier’.

De strijd om de tikoen, verbetering begint met een maand van geestelijke oefeningen en drills voor de finale veldslag tussen Rosj Hasjana en Jom Kippoer. Het doel van deze periode is zelfanalyse, innerlijke versterking en morele training.

Met de Sjofar van Rosj Hasjana traden we in de ring.
We moesten voor onszelf duidelijk maken, waar onze prioriteiten ook al weer lagen.

Koning Monabaz
Gaan we voor de spirit of voor de materie?

Er was eens een koning, genaamd Monabaz, die, net als andere koningen in die tijd, grote schatkamers had, gevuld met goud, zilver, edelstenen en kostbaarheden. Belangrijke bezoekers werden altijd rondgeleid door de schatkamers. Wie de kostbaarste verzameling had stond het hoogst in aanzien.

De verzameling van koning Monabaz, met erfstukken van zijn ouders en voorouders, was de trots van de koninklijke familie.

Toen brak er plotseling een grote hongersnood uit in de regio. Andere koningen trokken zich niets aan van het lot van hun volk, zij hadden het goed in hun mooie paleizen. Maar koning Monabaz liet zijn kostbaarheden verkopen om van de opbrengst voedsel te kopen voor de armen.

Zo bleef er niet veel over van de eens zo beroemde verzameling. Zijn familieleden vonden hem veel te vrijgevig en klaagden bij hem:’onze ouders hebben met moeite deze prachtige schatkamers aangelegd en u plundert alles’.

Koning Monabaz gaf ze hierin gelijk maar vervolgde: ‘U moet mij goed begrijpen. Ook ìk leg schatkamers aan en ook ìk verzamel kostbaarheden. Mijn schatkamers zijn van veel meer waarde dan die van mijn voorvaderen!’

Zijn familieleden keken hem ongelovig aan en dachten dat hij ze voor de gek hield.
Koning Monabaz legde het uit: ‘Mijn voorvaderen legden schatkamers aan, gevuld met levenloos geld, waar iedereen de hand aan kan slaan en dat alleen in dit leven waarde heeft; ik heb schatkamers aangelegd, gevuld met levende zielen, op een plaats waar niemand bij kan komen’.

‘Mijn voorouders legden een verzameling aan voor anderen; ik heb een verzameling aangelegd voor mijzelf’.
Toen zijn familieleden het begrepen hadden, bogen zij beschaamd het hoofd bij het horen van zoveel wijsheid.

Monabaz schat kon niet verdampen !!!
Waarom is het beter om in de hemel schatkamers op te bouwen dan op aarde ?
Het goud, zilver en de edelstenen kunnen gestolen worden of door een brand verwoest.

Maar de schatkamers, die door onze goede daden in de hemel worden aangelegd, daar kan niemand bijkomen: niemand kan het ons afnemen en het kan niet verloren gaan.
Een diamanten sieraad is na jaren nog steeds hetzelfde. Het is niet mooier of groter geworden. Maar goede daden zijn schatten die je kunt vergelijken met een boom, waar ieder jaar opnieuw vruchten aan groeien, die men kan plukken en eten. Dat is de rente voor wat men spaart bij de hemelse bank.

Wat kan men met zilver en goud als men het tijdelijke voor het eeuwige verwisselt? Zelfs tijdens het leven kan alles van de ene op de andere dag waardeloos worden!

We staan voor een periode van herschikking, wedergeboorte, herschepping, vernieuwing: op Rosj Hasjana is er een nieuwe maan, symbool van licht in de duisternis, maar het verlossende element is nog bijna niet zichtbaar. De Sjofar van Rosj Hasjana is hoofdzakelijk de Sjofar van de spirituele oproep ons te sterken om het positieve en goede in de wereld op te bouwen. En onze verantwoordelijkheid daarvoor te nemen.

Jom Kippoer komt aan het eind van dit proces. We zijn al door de geestelijke mangel gegaan. We hebben gestreden voor onze spirituele en medemenselijke verheffing, tien dagen lang.

We voelen ons zo nabij die hogere wereld, dat we het zonder eten en drinken, schoeisel en andere aardse verlangens kunnen doen, 25 uur lang.

Ons hele wezen is gespiritualiseerd, we voelen ons vrij van dat vervelende aardse, dat aan ons trekt.

Iets subtiels, de stem van ons ware ik – wat alleen iemand kan voelen die niet langer verslaafd is aan zijn fysieke instincten en aardse expansie.

Ki wajom heze jechapeer alechem…op deze dag zal G’d jullie vergeving geven en jullie reinigen van jullie onvolkomenheden – gezuiverd staan wij voor G’d.

Ja, we voelen ons verlost van al die bezoedelingen van het afgelopen jaar. De Sjofar van het Joweel jaar, de Sjofar van de vrijlating en vrijheid, die wij aan het einde van deze ontzagwekkende dag blazen, leert ons aan het einde van deze cyclus van 40 dagen één fundamentele waarheid: er bestaat geen vrijheid zonder de bereidheid onszelf met onze lagere mensaspecten te confronteren en met het slechte af te rekenen, of dit nu van binnen of van buiten komt.

Religieuze involvementen kehilla-commitment
Maar hoe nemen we die verantwoordelijkheid ?
Door het intensiveren van ons religieuze en kehilla-involvement en commitment.

Religieuze involvement: Vijf minuten gebed met begrip, gevoel en persoonlijke inzet, is belangrijker dan vijf uur lippendienst. We mogen niet van onszelf verwachten dat we door ieder gebed diep emotioneel geraakt worden.

Zijn we niet goed in het Ivriet en het Hebreeuws ? G’d begrijpt elke taal. Als een liefhebbende ouder weet G’d wat er in je hart omgaat. Juist bij de stukken die je specifiek raken: laat de woorden tot je doordringen, voel ze.
En als je echt dapper bent: sluit dan je ogen dan en zeg de woorden telkens weer opnieuw.

Kehilla commitment: Realiseren we ons wel, dat er miljoenen en miljoenen Joden wereldwijd juist op deze dag de sjoel bezoeken.
Door jullie aanwezigheid laten je duidelijk je commitment aan het Jodendom en het Joodse volk blijken.
Maar hoe zit het met de atheïst, met de vijfde zoon van de Seider?
Met de periferie, met de mensen die denken dat zij nergens in geloven ?

Voor seculiere mensen is Jom Kippoer de meest problematische dag op de Joodse kalender. Voor Pesach, Sjawoe’ot, Soekot, Chanoeka en Poeriem bestaat een natuurlijke, historische, nationale of intellectuele basis.
Maar de Hoge Feestdagen vormen een probleem. Op Jom Kippoer lijkt het uitsluitend te gaan om onze relatie met G’d.

Als je niet in G’d gelooft, wat moet je dan in Sjoel doen? Vasten, bidden? Vele seculiere Israeli’s negeerden de Hoge Feestdagen. Tegenwoordig gaan velen toch weer voor een nieuwe interpretatie en invulling van de Hoge Feestdagen. In feite zijn de Hoge Feestdagen de meest mensgerichte feestdagen van het Joodse jaar. Op deze dagen worden we genadeloos op onszelf teruggeworpen. We moeten met onszelf aan de slag. Er is niets anders.

Verantwoordelijkheid accepteren
Dat betekent ‘asjamnoe’: wij hebben misdreven – ik accepteer de verantwoordelijkheid.

De widoej, zondebelijdenis, is een mitswa – maar het mag nooit worden tot lippendienst. Zo zouden we een karikatuur maken van onze religie, onze eigen oprechtheid.

Is Jom Kippoer het einde van een bewustwordingsproces of is het het begin van een hoger, edeler functioneren? We staan nu voor het einde van deze Ontzagwekkende dag: het Ne’ila-gebed.

Ne’ila betekent afsluiting. Maar dan had het woord “seĝiera” beter geweest! Ne’ila toont stamverwantschap met het Hebreeuwse woord ‘Na’alajiem’, ‘schoenen’ – instrumenten waarmee wij dóór kunnen gaan.
Dat is de stijgende lijn van Tisjrie, van de tesjoewa, van de inkeer uit ontzag op Rosj Hasjana en vrees voor Jom Kippoer gaan we langzamerhand over naar Soekot, het Loofhuttenfeest – Zeman Simchatenoe.

De tijd van onze vreugde, de tijd waarop wij de vier plantensoorten nemen die de vier soorten jodendombelevingen symboliseren, die allemaal samengenomen moeten worden tot één grote eenheid!
Wat een prachtige gedachte! Onze taak is doorgaan en doorgeven. Onze waarden en normen doorgeven aan de jonge generaties die onze toekomst vormen.

Jom Kippoer wijst ons daarop. Eén maal per jaar ging de Koheen Gadol – de Hogepriester – in het Allerheilige binnen. Daar stonden boven op de Heilige Arke twee cherubijnen, Engelen in de vorm van een jongen en een meisje, die verklonken waren met de Arke zelf.

De opvoeding van onze kinderen
Bij de aanblik van deze cherubijnen moest de Hogepriester zich realiseren, dat er bij ons slecht één belangrijke opdracht is: de opvoeding van onze kinderen, die de fakkel van het Jodendom de 21e eeuw in zullen dragen.

Jom Kippoer is de jaartijd van Rabbi Akiwa, die ons leerde dat de Tora voor ons is als wat water is voor de vissen.

Jom Kippoer was in de geschiedenis van ons volk behalve een dag van bezinning ook een dag van vreugde. Wanneer onze kinderen onze idealen en moraal doorzetten en voortzetten, dan is er inderdaad reden voor vreugde en optimisme.

Dat is onze NIK-gemeenschap – onze grote Nederlandse kehilla: verantwoordelijkheid, achdoet – eenheid en continuïteit van onze prachtige en diepgaande traditie…

Ik wens u een goede kawwana – een intense aandacht bij de komende tefillot, de bijzondere gebeden en sjaniem rabbot, nog vele jaren.

Reacties zijn gesloten.