De zorg voor dieren in de Tora

De Tora is het eerste document, dat serieus aandacht besteed aan dierenrechten.

Rabbijn R. Evers

Voorbeelden hiervan zijn de verplichte rustdag, het voederen van de dieren voordat de mens aan tafel gaat, het verbod om dieren af te beulen en de opdracht dierenleed zoveel mogelijk te voorkomen.

De Tora schrijft verder voor om dieren niet te castreren:“En in jullie land mogen jullie dat niet doen” (Wajikra 22:24). Dat ‘niet doen’ slaat op het onvruchtbaar maken. Dit verbod wordt sterk uitgebreid. Volgens Rabbi Chidka uit de Talmoed geldt dit verbod wereldwijd en voor iedereen.

Bevorderen

Wat is de achtergrond van het castratieverbod? Volgens Sefer haChinoeg (291) heeft G’d de wereld perfect geschapen. Er is niets teveel of te weinig. G’d wil verder de welvaart en uitbreiding van iedere soort bevorderen. Uiteindelijk is het castratieverbod gericht tegen uitsterven. Iedere diersoort moet voor uitroeiing worden behoed. Wanneer men dieren castreert, laat men zien dat men het natuurlijke verloop van de Schepping wil dwarsbomen. De Tora beschermt bedreigde diersoorten. Wat een vooruitziende blik! Pas in de twintigste eeuw is men zich wereldwijd met deze problematiek gaan bezighouden terwijl Sefer Chinoeg dit probleem reeds 800 jaar geleden in het vizier had.
De Talmoed (1500 jaar geleden opgeschreven) heeft het volgens Rabbi Joseef Babad (18e eeuw) al over bedreigde vissoorten. Toch zijn er mazen in de wet. En niet voor niets. G’d heeft de mens het inzicht gegeven om mazen in de wet te vinden omdat er soms wantoestanden ontstaan door konijnen-, katten- of muizenplagen. Overlast door ongebreidelde voortplanting bij sommige dieren is niet ondenkbaar.

Niet op één dag slachten
Een ander diervriendelijk verbod luidt: “Een os of lam, ouder en kind, zult gij niet op één dag slachten” (Wajkira 22:28). Nachmanides (13de eeuw, Spanje) vergelijkt deze mitswa met de opdracht de moedervogel weg te sturen wanneer men de eieren wil nemen (Dewariem 22:6). Voorkomen moet worden dat de mens wreed wordt en geen medelijden meer koestert voor dieren. Een andere ratio is, dat men niet teveel van één soort op één dag mag doden dat wederom een maatregel is ter bescherming van bedreigde diersoorten.
Maimonides stelt in zijn Moré Newoechiem (Gids der Verdoolden), dat men jongen niet moet doden voor de ogen van het moederdier. Hij vergelijkt dierenleed met mensenleed en stelt dat er geen wezenlijk verschil bestaat tussen de zorgen van de mens om zijn kinderen en de gevoelens van dieren:“Moederliefde heeft niets te maken met intellectuele capaciteiten”.
Maimonides stelt verder dat het verbod ‘ouder en kind niet op één dag te slachten’ een veel bredere strekking heeft en bedoeld is om wrede menselijke trekjes te onderdrukken of te sublimeren. Halachisch gezien geldt het verbod voornamelijk bij moederdier en kind. Tegenwoordig is het echter zo, dat men vaak ook precies weet wie de vader is van dit kalf of lam. Indien dit het geval is, mag men ook het vaderdier en het jong niet op één dag slachten.

Lees HIER verder over de bescherming van Dierenrechten en de Grondwet.

Reacties zijn gesloten.