Tulband met bom – het recht om te kwetsen.

Rabbijn Evers in het Parool over Deense islam-cartoons: De botsing tussen West-Europese vrijheid van meningsuiting en Midden-Oosterse gevoeligheden.

Door de moderne communicatiemiddelen bereiken onze meningen ook andere culturen, die vaak diametraal tegengestelde opvattingen hebben over wat wel en niet kan. Hun ideeën bereiken via satellieten en andere wegen ook onze kust. Er is een onevenwichtige situatie ontstaan, die ook de Nederlandse rechtstaat direct raakt. Wij moeten maar alles over ons heen laten gaan – van de grofste bedreigingen tot de schunnigste cartoons – maar zodra zij gekwetst zijn, stapt men niet naar de Europese rechter of het Internationale Gerechtshof maar grijpt men naar boycot en zwaardere dwangmaatregelen om gelijk te krijgen. Er ontstaat rechtsongelijkheid, waarbij de sterkeren of rijkeren via hun machtsmiddelen hun gelijk aan ons willen opleggen. Hier in het Westen werkt dit alleen averechts.

Afzichtelijke cartoons en karikaturen
Zeker als je eerst je hand in je eigen boezem moet steken. Dagelijks worden wij geconfronteerd met de meest afzichtelijke cartoons en karikaturen van `de Jood’, die uitgemergelde Palestijnse kinderen slacht om hun bloed te gebruiken. Deze verschijnen in officiële en bekende kranten in het Midden-Oosten. Als je boter op je hoofd hebt, moet je geven en nemen, vind ik. Als je selectief alleen op je eigen rechten let, ben je verkeerd bezig. Staten in het Midden-Oosten stellen steevast niets tegen het virulente antisemitisme te kunnen doen vanwege de `persvrijheid’. Laten ze dan ook onze persvrijheid respecteren.

Beroddeld of bespot
Toch zijn er meer kanten aan de zaak. We vinden niets vervelender dan het gevoel beroddeld of bespot te worden. Alain de Botton beschrijft in zijn `Troost van de Filosofie’ dat dit akelige gevoel zo algemeen is, dat het ook bestaat tegenover dode objecten, zoals laden, die niet open willen gaan: ”De frustratie, die een levenloos voorwerp veroorzaakt, bestaat uit een gevoel, dat het geen respect voor je heeft. Eenzelfde soort acute pijn die teweeggebracht wordt door de indruk, dat anderen zich stiekem vrolijk maken om jouw persoon.”

Essentie van de wet
Ik denk, dat de moslimwereld zeker reden heeft zich gekwetst te voelen. Artikel 29, lid 2 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens bepaalt, dat de uitoefening van mensenrechten beperkt worden door wetten die het respect voor de rechten en vrijheden van derden beogen te beschermen. Erkenning van en respect voor andermans rechten en vrijheden moet iedereen, die rechten voor zich­zelf opeist, altijd voor ogen staan.
Dit leidende beginsel werd reeds in de Talmoed verwoord door Hilleel toen door een heiden gevraagd werd de hele Bijbel te onderwijzen, staande op één voet. Hilleel zei toen: “Wat gij niet wilt dat U geschiedt, doe dat ook een ander niet; dit is de essentie van de wet – de rest is toelichting” (Sjabbat 31a). Wetgeving is gericht op zelfbeperking. Zelfbeperking is uiteindelijk erkenning en respect voor de eigen rechten.

Doos van Pandora
Religie raakt het wezen van gelovigen. Godsdienst raakt de kern van de persoonlijkheid. Het wordt meestal met de paplepel ingegoten. Wie aan de godsdienst komt, weet dat hij een doos van Pandora aan emoties losmaakt. Als iemand beledigd wordt, bestaat er een sterke neiging te geloven, dat degene, die je beschimpt dat opzettelijk gedaan heeft. Dat hier in het Westen nogal lauwtjes wordt gereageerd op blasfemie en andere religieuze karikaturen is een gevolg van gewenning. We zijn nu eenmaal gewend, dat anderen er andere meningen op na houden. Als het ons te gortig wordt, stappen we naar de rechter en vragen om sancties om ons tegen verbale of schriftelijke agressie te beschermen. Soms krijgen we gelijk maar vaak ook niet. De ander heeft ook recht op zijn vrijheden.
Het is hier in het Westen vaak een kwestie van geven en nemen. We kennen allen de prijs van de multiculti samenleving en zijn zeer gehecht aan onze mensenrechten. Daarom zijn onze reacties vaak gedempt, beschaafd en proberen we in overleg `eruit te komen’. We houden rekening met andermans rechten. Daarom reageren wij niet met geweld, boycot of vlagverbrandingen.

Minzame zelfspot
Toch blijf ik van mening, dat wij de persvrijheid zeer zorgvuldig moeten hanteren en niet onnodig op andermans tenen moeten staan om maar de reikwijdte van onze vrijheden duidelijk te maken. Kwaadsprekerij werd al in de Bijbel verboden. Welk doel dient het om Mohammed met een bom in de tulband af te beelden? Anderen zwart maken is in vrijwel ieder rechtsstelsel verboden. Dan geldt dit toch zeker voor zaken, die hele bevolkingsgroepen ernstig kwetsen. Ik ben tegen stereotypen maar verafschuw geweld. Relativering en enige minzame zelfspot was altijd onderdeel van onze traditie. In het Westen proberen we onze eigen normen niet aan anderen op te leggen. Nee, er bestaat geen recht om (nodeloos) te kwetsen. Wij hoeven niet op andermans tenen te gaan staan om maar te tonen hoever onze vrijheid van meningsuiting gaat. Een oude Bijbelse wijsheid…

Reacties zijn gesloten.