De daf is af – 1 maart, de Talmoed uitgeleerd

Sommigen noemen het het Daf jomi-syndroom. Opgewonden rebbes proberen iedere dag weer hun dagelijkse portie Talmoed te bemachtigen. Zal het vandaag weer lukken? Het werkt verslavend. Eenmaal gegrepen kom je er niet meer van los. Op dinsdag 1 maart wordt de Talmoed uitgeleerd, ook in Nederland.

De rabbijn die ‘de daf’ geeft, moet iedere dag weer opboksen tegen een legioen aan toehoorders, die altijd slimmer denken te zijn vanachter hun vertaalde ArtScroll Gemores en hem doodgooien met hun bombe-kasjes (een bijna niet te beantwoorden vraag).

Wat is die daf?
Een daf is in ieder geval niet het automerk waarmee Nederland zich onsterfelijk heeft gemaakt. Dinsdagavond 1 maart komen alleen al in New York 120.000 Jiden samen in Madison Square om in gewijde stemming te vieren dat de ‘daf af’ is. De daf is een blad uit de Talmoed. Eén keer in de 7½ jaar vindt er een groot festijn plaats, een sijoem – het afronden van de Talmoed. Iedere dag hebben wereldwijd honderdduizenden mensen iedere dag weer hetzelfde Talmoedblad doorgeëxerceerd. ‘s Ochtends vroeg voor sjoel of ‘s avonds laat na het eten. En in een enkel geval gedurende de dagelijkse reis per forensentrein, zoals in New York. Lees hier het verslag van de afronding van het eerste Talmoed-deel in de trein van Long Island naar Manhattan. Inmiddels is er een wereldtelefoonboek verschenen met alle mensen die Daf HaJomi, het dagelijkse Talmoedblad, onderwijzen. Sommigen geven wel vier of vijf keer per dag een sjioer (les) in het dagelijkse Talmoedgebeuren.
Ook in Nederland wordt Daf jomi gelernt, ‘s ochtends vroeg, tussen de middag en tegen de avond in verschillende Amsterdamse synagogen. Meer dan voor de oorlog bestaat er momenteel belangstelling voor de Talmoed. Professor M.H. Gans z.l. (auteur van het Memorboek over de geschiedenis van de Joden in Nederland) vertelde mij dat voor de Tweede Wereldoorlog maar tien rasechte Amsterdammers Talmoed lernden. Op dit moment zijn het er zeker vijftig.

Waarom daf jomi?
Ik laat de schrijver Herman Wouk aan het woord:”Omdat de Talmoed in mijn genen zit. Het is ethische algebra, jodendom in een notedop, het is moeilijk, het is leuk, heilig en praktisch. Het is telkens weer een intellectuele uitdaging, het is culturele identiteit, het is puur en inspirerend”.

Wat is die Talmoed eigenlijk?
De Talmoed is het reuzenwerk van onze nationale geleerdheid, de encyclopedie van het jodendom, dat opgetekend staat in de Mondelinge Leer. Deze Mondelinge Leer legt de praktijk van de Geschreven Tora uit. Het is een soort Memorie van Toelichting op de vijf boeken Mozes. Als er in de Tora staat, dat je “een teken op je hand moet binden”’ legt de Talmoed of Gemara precies uit wat hier eigenlijk bedoeld wordt: tefillien, zwarte leren huisjes met daarin perkamenten rolletjes met daarop stukjes uit de Tora, zoals Sjema. Mosjee Rabbenoe kreeg de Mondelinge leer tegelijk met de Tora op de berg Sinaï, 3317 jaar geleden. De Mondelinge Leer die de korte en vaak raadselachtige tekst van de Tora naar de praktijk vertaalt, werd van vader op zoon, van docent op leerling uit het hoofd overgedragen, 35 generaties lang. De overdragers (tradenten) waren de religieuze leiders die het volk hielpen bij alle problemen bij de uitleg van de Tora.
Ongeveer 1800 jaar geleden besloot Rabbi Jehoeda HaNassi de Mondelinge Leer op te schrijven. Dat werden de 6 Misjna-tractaten, die het joodse leven regelen van wieg tot graf. Tussen 200 en 500 na de burgerlijke jaartelling werd over deze Misjnateksten gediscussieerd in Irakese en Israëlische leerscholen. De Irakese discussies werden opgetekend in de Babylonische Talmoed, de Israëlische in de Jeruzalemse Talmoed, omstreeks het einde van de 5e eeuw. Beide Talmoeden worden bestudeerd maar de Talmoed Jeroesjalmi minder omdat deze meer de Talmoed voor de Messiaanse tijden is. De Babylonische Talmoed is de `goles’ (verbanning) Gemore omdat er een soort geestelijke duisternis doorheen waart, die model staat voor de G’dsverduistering in onze ballingschap. De Talmudjude kon het goles weerstaan. Hij was niet klein te krijgen. De mentale kracht, die hij aan de Gemara ontleende, was spreekwoordelijk.

Niet afgesloten
Tot op de dag van vandaag is de Talmoed eigenlijk nog niet afgesloten. De tekst lijkt statisch maar het is nog steeds mogelijk actuele vragen met frisse inspiratie beantwoord te vinden tussen de regels door. De Talmoed is groot: twee en een half miljoen woorden, 5894 pagina’s. Ongeveer een-derde hiervan bespreekt puur-halachische onderwerpen. Bijna iedere regel vormt een vraag, waarna weer een antwoord volgt, waarna weer een wedervraag volgt, hetgeen eindigt in een definitief antwoord, dat uiteindelijk weer niet echt definitief blijkt. Mindblowing! In de moderne Talmoed-uitgaven ziet men hoe kort en informatief de half Hebreeuwse, half Aramese tekst is: vijf woorden Talmoed vergen voor de gemiddeld intelligente burger anno nu ongeveer tien regels uitleg.

De Conference of European Rabbis houdt de sijoem in Lublin want daar woonde de befaamde Lubliner Rav, Rabbi Meir Shapira (1887-1934). In 1923 stelde hij op een conferentie van de Agoedat Israel voor dat iedereen zich zou verplichten om iedere dag hetzelfde Talmoedblad te leren. In 1931 mocht hij nog de eerste wereld sijoem van zijn geesteskind meemaken. Dit jaar vieren we de elfde sijoem, in Amsterdam in het Cheider. Ik zelf maak nu de tweede ronde af. Op veel andere plaatsen werd de Tamoed ook uitgeleerd, onder meer in Madison Square Garden en andere reuzegrote zalen in en rond New York.

Veeleisend
De daf jomi eist veel van een mens. Alle aspecten van het jodendom passeren de revue. Is het niet ouderwets? Talmoed is traditie. Voor mij is traditie geen statisch maar een dynamisch gegeven: geen klakkeloos overnemen van bepaalde gegevens maar een voortzetting van ervaringen, die ons volk in de loop van de geschiedenis heeft opgedaan en waarin de religieuze creativiteit van een geheel volk zich heeft ontplooid en nog steeds uitdrukt, gesteund en geleid door een ‘Onzichtbare Hand’ van G’ddelijke inspiratie (vgl. B.T. Pesachiem 66a).

Geen toeval
Het laatste tractaat dat wij leren gaat over Nida, de reinheidswetten in het huwelijk. Geen toeval, want de het jodendom wordt voornamelijk door de generaties gedragen in het gezin. Dat vormt de hoeksteen van onze joodse minimaatschappij. Daarna beginnen we weer met tractaat Berachot want alleen door continuïteit in onze joodse opdracht worden wij de `beroches’ (zegeningen) waardig.

De dagelijkse Daf jomi Talmoedstudie, waar en wanneer?
Ben je Joods en geïnteresseerd in de dagelijkse Gemara-sjioer waarin het Talmoedblad van de dag wordt geleerd? Schuif dan aan bij de cursus van rabbijn Raphael Evers in het Nederlands-Israëlitisch Seminarium, Gerrit vd Veenstr. 26, Amsterdam op de volgende tijdstippen:

  • Zondag, 7.30-8.30 u.
  • Maandag t/m vrijdag: 6.30 – 7.30 u. en 18.45- 19.30 u.
  • Op sjabbat: 8.45-9.30 u. en ‘s middags vanaf 2 uur voor het einde van de sjabbat tot 1 uur voor het einde van de sjabbat.

Reacties zijn gesloten.