De positie van vluchtelingen in Nederland

Rabbijn R. Evers heeft zich recent tot de staatssecretaris van Justitie gewend. In een brief aan de bewindsman wees hij vanuit een Joods-ethisch standpunt op de steeds moeilijker positie waarin vluchtelingen en illegalen binnen de Nederlandse wet- en regelgeving worden geplaatst. Rabbijn Evers citeerde de bekende passage in Sjemot (Exodus) “een vreemdeling zul je niet onderdrukken, noch hem benauwen, want je bent een vreemdeling geweest in het land Egypte.” Vervolgens wees de NIK-rabbijn er op dat de Talmoedische traditie het woord ‘onderdrukken’ uitlegt als ‘pijnigen met woorden’, terwijl ‘benauwen’ moet worden opgevat als ‘materieel onheus bejegenen’.
Rabbijn Evers gaf de staatssecretaris nog een Talmoedisch voorbeeld. De vernietiging van Sedom is volgens de profeet Jechzekel een gevolg van het feit dat men in deze stad in trots en overdaad leefde, zonder de ellendige en arme te ondersteunen. De Talmoed verklaart dat het in Sedom verboden was vreemdelingen onderdak en voedsel te verschaffen. Rabbijn Evers sluit zijn brief aan de staatssecretaris af met de conclusie dat onze opofferingsgezindheid een belangrijke Bijbelse en humanitaire waarde betekent.

Reacties zijn gesloten.