Het inscheuren van de kleding voor de begrafenis

We hebben onze eigen manier van rouwen. We mogen ons lichaam niet verminken vanwege een dode, zoals de Emorieten dat deden.”Omdat wij kinderen van HaSjeem genoemd worden, en dus mooi moeten zijn, mogen wij geen inkepingen of kale plekken maken vanwege rouw”, aldus Rasjie (Dewariem 14:1). Toch scheuren we iets na een overlijden.

Rabbijn mr drs. R. Evers

Misschien wel de meest opvallende uiting van rouw in het Jodendom is het inscheuren van de kleding voor de begrafenis. Het scheuren van kleding bij sterfgevallen en andere onaangename gebeurtenissen is een gebruik van zeer hoge ouderdom. Al in het eerste boek van de Tora – Bereesjiet – wordt dit gebruik verschillende malen vermeld.

Maimonides merkt op, dat het inscheuren tegemoetkomt aan de emotionele behoeften van de rouwende op dat moment en hem enige opluchting verschaft, hoewel het scheuren van kleding anders verboden is als doelloze vernieling.

Opgekropte woede
Woede is een component van iedere vorm van rouw en een van de belangrijkste functies van het rouwverwerkingsproces is het verwerken van deze gevoelens van woede op een symbolische en grotendeels onbewuste wijze. De inscheuring is een gelegenheid voor psychologische opluchting. Het stelt de rouwende in de gelegenheid om toe te geven aan zijn opgekropte woede en smart door een gecontroleerde, religieus bekrachtigde daad van destructie. Maar de keri’a heeft ook een inleidend effect. De schok van het verlies van een dierbare is nog te groot om gerealiseerd te worden. Om nu het rouwproces in te leiden, richten we onze aandacht eerst op een kleiner, makkelijker te bevatten verlies. We scheuren kleding. We identificeren ons met het `verscheurde lichaam’ van de overledene. Zo wordt het grote verlies als het ware meegetrokken en wordt een begin gemaakt met innerlijke rouwverwerking.

Van boven naar beneden
De scheur moet van boven naar beneden gemaakt worden, te beginnen aan de bovenkant van het kledingstuk bij de hals. Heeft men de keri’a niet bovenaan het kledingstuk gemaakt of heeft men de keri’a niet in de lengte maar in de breedte gemaakt, dan heeft men niet aan zijn plicht voldaan.

Ook deze bepaling, die voorschrijft, dat bij het overlijden van familieleden een scheur in de kleding vanaf de nek naar beneden dient te geschieden, bevat een diepe symboliek. De keri’a dient om verdriet op te wekken want zonder bewuste gevoelens van verdriet is een rouwproces onmogelijk. Binnen dit kader is een keri’a rond de hals en de bepaling, dat deze van boven naar beneden ingescheurd moet worden begrijpelijk en plausibel.

Kloof tussen intellect en emoties
In de Kabbalistische literatuur wordt het hoofd gezien als de zetel van het intellect, de hals als de nauwe, verbindende schakel tussen het intellect en de zetel van de emoties, die in de Kabbalistische denkwereld in het hart is gesitueerd. De psychische verwerking van rouw begint zodra de verstandelijke verwerking van het doodsbericht doordringt tot het emotionele deel van de mens. Daartoe moet een ‘enge brug’ – de hals – genomen worden. Pas nadat deze kloof tussen intellect en emoties overwonnen is, is er sprake van een begin van het rouwproces.

Doordringen tot het gevoelsleven
De mens heeft een natuurlijke weerstand tegen het aanvaarden en internaliseren van ellende. Toch is het noodzakelijk voor onze psychische hygiëne, dat het verlies doordringt tot het gevoelsleven om verwerkt worden.
Op symbolische wijze wordt een begin gemaakt met het rouwverwerken: de weerstand hiertegen wordt gebroken en het emotionele leven wordt ‘opengescheurd’ en toegankelijk gemaakt voor de rouwperceptie. Daarom gebeurt de keri’a rond de hals, omdat de hals gezien wordt als scheidsmuur tussen intellect en emotie. De hals vormt – in de parallellistische denkwereld van de Kabbala – de barrière tegen de ongebreidelde doorstroming van wat het intellect waarneemt tot het rijk der emoties. De keri’a neemt op symbolische wijze deze barrière en initieert het rouwproces. De keri’a moet van boven naar beneden verricht worden om aan te geven, dat rouwverwerking een neergaand proces is, dat ‘geheel de mens’ moet omvatten van de hoogste en meest ‘interne’, non verbale vormen van emotie tot de ‘laagste’ voor expliciet verbale expressie vatbare gevoelens.

Zichtbare wijze
De rouwende om het verlies van één van de ouders maakt de keri’a over het hart en legt zijn hart bloot. Hij doet dit zelf, omdat hij zelf de liefdevolle verzorging van zijn ouders aan den lijve heeft ondervonden; hij doet dit op een voor iedereen zichtbare wijze, omdat in zijn persoon zelf de bemoeienissen van zijn ouders zichtbaar zijn.
Rouwenden om andere bloedverwanten maken de keri’a met een mes, hoeven dit niet in het openbaar te doen en de keri’a is veel minder ingrijpend.

Reacties zijn gesloten.