Rabbijn R. Evers, 2007
Twee maal daags zeggen wij met liefde Sjema. Bij het ochtendgebed zeggen we de speciale beracha (dankzegging) dat Hasjeem Zijn keuze op Zijn volk Jisra’eel (Israel) heeft bepaald, in liefde. Bij het avondgebed zeggen wij in de laatste beracha voor Sjema, dat de Eeuwige van Zijn volk Jisra’eel houdt.
En hoe uit zich die liefde? Wij zeggen: Hoor Israel, de Eeuwige is onze G-d, de Eeuwige is Eén.
En hoe houdt G-d van ons? Zoveel als wij van Hem houden: ‘Je moet van de Eeuwige je G-d houden met heel je hart, heel je ziel, en heel je vermogen.’
Als wij ons in Hasjeem laten opgaan, zal Hasjeem ons vervullen. Alles wat wij nodig hebben, is een hart en een nesjomme (ziel). Die hebben we gekregen. Het zijn de elementen die ons mens maken. Het is het vermogen om Hasjeem te zoeken en te vinden, dat ons richting geeft. Daarom zeggen we Sjema tweemaal daags, om warm, aanwezig en scherp te blijven.
‘Ook al ligt het niet aan jou het werk af te maken, toch ben je niet vrij je er aan te onttrekken’, zegt rabbi Tarfon in Pirké Avot (Misjna Spreuken der Vaderen). Het hart, de ziel en het vermogen hebben hierop betrekking. Doe het werk met heel je hart: dan doe je waarvoor je geschapen bent. Doe het werk met heel je ziel: doe het werk waar je als mens beter van wordt. Alleen dan worden anderen er ook beter van. Doe het werk met heel je vermogen: probeer niet te rennen als je nog moet leren lopen, ga niet zitten als je kunt staan. Maar hoop altijd te kunnen vliegen.
Sjabbat of geen sjabbat: dit is waar we ons dagelijks aan herinneren. De Rambam (Maimonides) zegt in de Gids voor de Dwalenden dat het pas na jaren geconcentreerde aandacht van het zeggen van Sjema misschien mogelijk is de G-ddelijke aanraking, de Sjechiena, te voelen. Het bestaat, we moeten het alleen nog leren. We moeten leren wat we ooit hoorden aan de voet van de berg Sinai. We komen hier het dichtste bij, door te leren. In een onafgebroken lijn is de Tora ons overgeleverd tot op heden. Onze rabbijnen hebben het van hun rabbijnen geleerd, die het weer van rabbijnen hebben geleerd, tot Mosje Rabbénoe aan toe.
Luister daarom goed als je in de buurt van een grote rabbijn bent, als hij in sjoel de laatste woorden van het Sjema hardop zegt: ‘Anie Hasjeem Elokechem’ – Ik de Eeuwige jullie G-d’. De berg Sinai is hier, elke dag, twee keer. Twee keer per dag is de G-ddelijke liefde hier, bij ons, waar we zijn. Hasjeem is die hij is. Hij is waar wij Hem aanroepen. Dit is de liefde die wij voelen voor onze naasten in de hoop dat zij opgroeien tot wie zij werkelijk zijn. dat wij Sjema mogen zeggen, is de ultieme daad van G-ddelijke liefde.