Kinderen stelen op seideravond de afikoman, het laatste stukje matsa wat
we die avond eten. Stelen? Maar al in de Tien Geboden staat: je zult niet
stelen. In de Talmoed komt het gebruik voor van het wegnemen van de matsa. Het is één van de dingen die op sederavond gebeurt om de kinderen wakker en alert te houden.
Rasji legt uit dat er hier geen sprake is van stelen van de matse door de kinderen, maar dat de matse ván de kinderen werd gestolen.
Dat werd niet als stelen beschouwd, maar als een van die dingen die we doen om de
kinderen wakker te houden en daarmee aan de kinderen duidelijk te maken wat voor een bijzondere avond het is. De Gemara stelt dat stelen verboden is, zelfs wanneer men niet uit is om het object van diefstal te verwerven, maar slechts het slachtoffer door het wegnemen er van wil raken, leed wil berokkenen.
Maar, zegt de sefardische opperrabbijn Chaim David Halevy van Tel Aviv, het stelen van de afikoman aan de seder heeft niet tot doel iemand leed te berokkenen. Het is alleen maar bedoeld om de avond te verlevendigen en de kinderen er bij te
betrekken.
Verkeerde vertaling
Rabbijn Nathan Lopes Cardozo is er op tegen dat kinderen de afikoman stelen en de indruk te wekken dat stelen mag wanneer het om een religieuze aangelegenheid gaat. “Het is onjuist om kinderen te leren iets te stelen, zelfs voor de grap. Daarom is het aan te raden dat de leider van de seider en niet de kinderen, de afikoman verbergt. En laat dan de kinderen het terugvinden en daar voor worden beloond. De reden voor het bestaande gebruik om de kinderen de afikoman weg te laten nemen en te verstoppen, is gebaseerd op een verkeerde vertaling, en was ook nooit een onderdeel van de Sefardische seiderervaring.”
