Eindelijk antwoord op de vraag: hoe komt Haman in de Ma Nisjtanna?

De oude jiddisje uitdrukking ‘hoe komt Homon in de Ma nisjtanne’ betekent: hoe kan het dat twee ogenschijnlijk niet met elkaar verbonden zaken, gebeurtenissen of personen, toch aan elkaar gerelateerd blijken. Haman uit het Poeriemverhaal heeft immers niets van doen met de vier vragen die het jongste kind stelt wanneer op Sederavond de Uittocht uit Egypte wordt besproken. Poeriem en Pesach, op de kalender slechts een maand van elkaar verwijderd, maar op de tijdbalk zijn het vele eeuwen die liggen tussen de megilla en de haggada.
Maar toch zijn er (minstens) vijf verbanden tussen Haman en Ma nisjtanna.

Ha-man
Toch vinden we Haman terug in de haggada. In het lied Dajenoe wordt ieder fragment van de uittocht en de doortocht door de woestijn genoemd. Al gauw krijgt het Joodse volk het woestijnvoedsel, manna, te eten. Dat heet in het Hebreeuws ‘Man’. Die ons het manna te eten gegeven heeft – luidt in het Hebreeuws van de haggada: Iloe he’echielanoe et Haman. En daar is, met een beetje gebabbel, toch de slechte Haman in de Sederavond terecht gekomen.

Het onmogelijke te verbinden
Het onmogelijke met elkaar te verbinden staat ook centraal in zgn. Poeriem-droosjes, waarin bij uitzondering gegoocheld wordt met teksten uit onze geschriften. De voordrachten zijn ook in druk verschenen. Tegenwoordig tref je ook parodieën op internet over het kasjeren van de computer, virtueel chameets, en halachische regels voor de televisie. Een voorbeeld: “Spreken tijdens het tv-kijken. Het is verboden om zich bezig te houden met kletsen tijdens een televisieprogramma, want dat is te beschouwen als een onderbreking (hefseek) van het tv-programma. Maar wanneer het spreken betrekking heeft op het kijken (bijvoorbeeld: geef even de afstandsbediening) dan wordt dat niet als onderbreking (hefseek) beschouwd.” Dit is een parodie op bijvoorbeeld regels ten aanzien van de tefilla of het maken van motsie.

Poeriem en Pesach: de zwakkere partij wint
Een ander verband tussen Poeriem en Pesach is uiteraard de miraculeuze redding, de eerste keer uit de handen van de farao, de tweede keer uit die van Haman. Uit het stuk in de haggada Wehie sje’amda blijkt dat Hakadosj Baroech Hoe situaties volledig omdraait om ons te redden. De machtige farao delft het onderspit en de arme slaven triomferen. De hooggeplaatste Haman ziet zijn plannen in rook opgaan als niet hij maar Mordechai en Esther gehoor vinden bij de koning.

13 niesan: Hamans decreet wordt uitgevaardigd
Op de avond voor Pesach, uitgaande 13 niesan, gaat men met een veer en een kaars of zaklantaarn alle vertrekken in het huis na om de laatste resten chameets te vinden. Er bestaat een gebruik om tien stukjes chameets (brood bijvoorbeeld) te verspreiden in het huis, deze te vinden en de volgende dag te verbranden.
De tien stukjes symboliseren de tien zonen van Haman. Het was op 13 niesan dat de schrijvers van koning Achasjewerosj werden opgedragen om het decreet alle Joden in het Perzische rijk te vermoorden te schrijven.

Karpas
Op de seder eten we aan het begin van de avond karpas (peterselie of radijs, of sellerie) In de megillat Esther lezen we (hoofdstuk 1 zin 6) dat de kamers in het paleis waar koning Achasjwerosj feest vierde, waren bekleed met Choer, karpas oetechelet: witte, groene en hemelsblauwe stoffen.

Reacties zijn gesloten.