
Rabbijn Raphael Evers in debat met prof Paul Schnabel over religie als bron van geweld, Amsterdam 5 september 2010
Vlak voor Rosj Hasjana zat ik aan tafel met prof. Paul Cliteur, rechtsgeleerde, filosoof en vooral bekend als liberale columnist. We werden op de Manuscripta in de Westergasfabriek in Amsterdam geinterviewed door Remco Meijer en Martin Sommer, twee Volkskrant-redacteuren over de inhoud van Cliteurs nieuwe boek: `Het monotheïstisch dilemma’ of Theologie van het terrorisme. Daarin bekritiseert Cliteur de monotheïstische religies. Hun heilige geschriften prediken geweld. Ik mocht daar tegen in gaan met de boodschap dat het geloof een uiting is van recht en liefde. En wie de interpretatie van de Tora-teksten bekijkt ziet dat het Jodendom geen geweld predikt.
Het werd een goed gesprek. Cliteur had zijn betoog en stokpaardjes, ik had mijn weerleggingen met een aantal voorbeelden waaruit het tegendeel blijkt van wat Cliteur beweert. Het Jodendom, laat ik me daar toe beperken, propageert geen geweld en zeker geen terrorisme. Mijn betoog verschafte Cliteur nieuwe inzichten. ‘Zo had hij er nog niet tegenaan gekeken’.
Handvaten voor terroristische ideologieën
In `Het monotheïstisch dilemma’ of Theologie van het terrorisme beweert Paul Cliteur, dat met name de heilige teksten van monotheistische religies handvaten bieden voor terroristische ideologieen. Achtereenvolgens worden de moord op Jitschak Rabin, de moord op de arbortusarts George Tiller, de radicalisering van de “pro life-beweging” en het verschil tussen Joodse, Christelijke en Islamistische acties aangestipt. Cliteur heeft geen “negatieve visie” op religie en maakt duidelijk verschil tussen een geloof en gelovigen. Hij erkent ook, dat er veel gewelddadige seculiere ideologieën, zoals die van Hitler en Stalin hebben bestaan en dat uiteraard niet alle gelovigen gewelddadig zijn.
Taboe
Cliteur signaleert in Nederland een taboe op de religieuze verklaring: ”Het blootleggen van de religieuze wortels van geweld is zo’n gevoelige kwestie dat men gerust kan spreken van een “taboe”. Van dat taboe op kritische reflexie op religie wordt weer handig gebruik gemaakt door twee partijen. De ene partij die profiteert van het taboe op een onbevangen onderzoek naar de grondslagen van het religieuze terrorisme zijn de terroristen zelf. Wie de redevoeringen van Osama Bin Laden of Ayman al-Zawahiri bestudeert (iets wat volgens Cliteur overigens te weinig gebeurt) kan het niet ontgaan hoe de voormannen van Al Qaida behendig gebruik maken van het feit dat de Westerse media het zo moeilijk vinden een koe een koe en een paard een paard te noemen.
De andere partij die enorm profiteert van een onbevangen onderzoek naar (en bespreking van) de wortels van het religieuze terrorisme zijn populistische partijen die het onderwerp dat de progressieve bestuurlijke en intellectuele elite niet durft aan te pakken monopoliseren en daaruit electoraal munt slaan”.
Taboe doorbreken
Het is duidelijk: Cliteur wil die taboe doorbreken. Toch heb ik Cliteur op een aantal wezenlijke verschillen tussen Jodendom en andere stromingen gewezen, althans op een aantal punten die wat het Jodendom betreft zijn stellingen ontkrachten.
- Het Jodendom is absoluut niet gewelddadig en propageert zeker geen religieus terrorisme of zelfs maar evangelisatie. Anderen proberen te bekeren tot het Jodendom is bij ons verboden. Wij respecteren iedereen zoals hij is.
- Hoewel er in de Tora wellicht veel geweldstermen staan, gaat het Jodendom daar zeer tolerant en sympathiek mee om. Dat zegt iets over de Joodse geest. Bij ons is de doodstraf al 1980 jaar geleden afgeschaft. Na 30 na de burgerlijke jaartelling werden geen doodvonnissen meer uitgesproken. Andere (heilige) geschriften, die veel minder geweldstermen bevatten, worden door aanhangers geciteerd als reden voor het doden van andersgelovigen. Dat tekent de persoon meer dan de tekst. Dat is bij ons verboden.
Kwestie van interpretatie
Het is dus een kwestie van interpretatie. Hoe gaat de gelovige met zijn heilige tekst om? Wij interpreteren de Tora vredelievend, ook naar andere volkeren toe. Hoewel de Tora oproept om de `Amalekiet uit te roeien’ verklaart de uiterst gezaghebbende Talmoed (afgesloten omstreeks 500 na) dat dit allang geen praktijk meer was.
En Cliteur? Cliteur was verbaasd over de tolerante Joodse benadering en mijn opmerkingen accepteerde hij. Zo had hij daar niet over nagedacht. Hij zei een groot verschil te zien tussen het Jodendom en vele andere stromingen, ideologieën en religies.
Veelgodendom is beter
Opvallend bij Cliteur vond ik dat hij het monotheïsme meer vreest dan het veelgodendom. Zijn redenering is: veel goden houden elkaar in evenwicht. De macht wordt gedeeld. Bij het monotheïsme is er echter maar een gezaghebbende bron en die duldt geen tegenspraak. Monotheisme is in zijn visie veel absoluter en dus gevaarlijker.
Wat is het grote goed van het monotheïsme en wat leert dit in onze moderne tijd? Juist in onze tijd van wetenschap en rationaliteit is het monotheïsme onmisbaar. Het geloof in één G’d gaat ervan uit dat alles vanuit één centraal punt geschapen is. Dit verklaart waarom alles in het universum met elkaar samenhangt. De wetenschap stelt steeds vaker het bestaan van een enorme correlatie vast tussen allerlei natuur-, psychologische, sociologische, fysiologische en andersoortige wetten. De wetmatigheid en samenhang van alle fenomenen in deze wereld kan alleen verklaard worden vanuit één besturend principe. Veelgodendom veronderstelt dat elk gebeuren of fenomeen een aparte god heeft. Wij gaan ervan uit dat alles vanuit één centraal principe geschapen en gestuurd wordt. Zonder het monotheïsme is wetenschap – het steeds verder ontdekken van allerlei samenhangen en verbanden in de natuurlijke en geestelijke wereld – ondenkbaar. Wij zijn een universele religie.
Bron van recht èn liefde
Het credo van het Jodendom “Sjema Jisraëel, hoor Israël, Hasjeem is onze G’d, Hasjeem is Eén” heeft ook universele betekenis. Ons geloof is bedoeld voor de hele wereld. Het vers “Sjema Jisraëel” betekent in feite ‘hoor Israël, G’d zal eens Eén zijn voor de hele wereld’. G’d is zowel de bron van recht als de bron van liefde. Dat is het ware monotheïsme.