Bij de ondergaande avondzon van 1 mei werd de sobere herdenkingsplechtigheid gelardeerd met cello en fluit.
Het publiek luisterde met ingehouden adem naar de toespraken van burgemeester Eberhard van der Laan, die de 104.000 omgekomen Nederlandse Joden memoreerde, ambassadeur H. Kney-Tal, die sprak over de ontmenselijking van de Jood, prof. Dr. Hugo Heymans, die de onvoorstelbaarheid van de massamoord benadrukte en de jonge Natascha van Weezel, die bijzonder indrukwekkend haar relatie met haar grootmoeder beschreef.
Voor het eerst werd ook het partizanenlied, voortreffelijk voorgedragen door Sascha van Ravenswade, door iedereen staande gezongen, op dringend verzoek van mevrouw dr. Bloeme Evers-Emden, die vond, dat `Zog nit kejnmol’ de status van een volkslied heeft.
Op de foto’s mevrouw dr. Bloeme Evers-Emden met haar zoon Rabbijn R. Evers in het gezelschap van de voorzitster van de Tweede Kamer, mevrouw G. A. Verbeet en burgemeester Eberhard van der Laan.
Foto’s door Dirk P.H. Spits
