De sjofar reikt verder en dieper

Een telefoontje van een mij onbekende man: “Ik ken u, maar u mij niet. Ik wil een bedrag geven aan een goed doel en wil graag uw advies …mijn naam is Wasserman.” Opperrabijn Jacobs over de Jood die altijd Jood blijft en de sjofartoon die raakt. 
Na een paar weken heen en weer gebel komen we uit bij een doel dat aan zijn verlangen voldoet. Ik dacht dat hiermee aan het contact met de mij onbekende heer Wasserman een einde zou zijn gekomen, maar ik had het mis!

Want de heer Wasserman wilde meer van mij: hulp bij het overboeken, hulp in geval hij niet meer voor zichzelf kan zorgen, meedenken over als hij er niet meer zal zijn…. spreken over zijn oorlogsverleden en het terugvinden van zijn Joodse identiteit……. Ik was dankbaar zoveel voor een medemens te kunnen en mogen betekenen, maar wie is die Wasserman?

Herinneringen
Dertig jaar geleden bezocht hij de sjoel van Amersfoort aan het einde van de Jom Kippoerdienst. Net voor Ne’iela kwam hij binnen en luisterde aandachtig naar mijn toespraak. De toespraak voor het slot van de Jom Kippoerdienst kan ik niet goed voorbereiden. Hoe lang ik moet spreken is steeds een kwestie van timing, afhankelijk van de tijd die we nog nodig hebben voor de Ne’iela-dienst en afhankelijk ook van de sfeer en de devotie.
De onbekende Wasserman had het gevoel dat mijn toespraak uitsluitend tot hem was gericht en tijdens het sjeimes zeggen, het gebed der stervenden dat we aan het eind van de lange Jom Kippoerdienst luidkeels samen uitspreken, gevolgd door het blazen op de sjofar, welde zijn orthodoxe grootvader, vermoord in de oorlog, in zijn gedachte op. Samen met zijn grootvader nam hij die laatste en doordringende sjofarklank tot zich … om vervolgens huiswaarts te keren.

Negen jaar later leid ik een lewaja in Den Bosch van een oude vrouw. Ik had haar oppervlakkig gekend en heb voor de lewaja telefonisch overleg met de enige zoon, de heer Wasserman, over de inhoud van de hesped, de treurrede. Een lewaja is triest, ook als de overledene bejaard is. Voor mij is G’d zij dank een lewaja nooit een sleur. Het grijpt me altijd weer aan. Ik kan er niet goed tegen en hoop dat dat altijd zo mag blijven.

Museumbezoek met gevolgen
Twaalf jaar geleden krijg ik een telefoontje van Flehite, het museum van Amersfoort. Ze willen een tentoonstelling maken over Joods leven in Amersfoort. In de Heilige Landstichting in Nijmegen draait al jarenlang een videotape van mij met uitleg over het Jodendom, ook in Bourtange, in Elburg, in het Joods Historisch Museum, in ..en in… Weer een museum erbij, dacht ik. Heb ik niets anders te doen? Ik weet mijn inzet te beperken door foto’s ter beschikking te stellen en een van mijn kinderen vindt het prachtig om mee te werken aan een geluidsband met uitleg….

Wasserman bezoekt toevallig (?) het museum Flehite en ziet een foto van mij op de begraafplaats. Hij moet ogenblikkelijk terugdenken aan de lewaja van zijn moeder alwaar ik de dienst leidde en de treurrede uitsprak. Wasserman loopt verder met de koptelefoon op zijn hoofd waarin de stem van mijn zoontje uitleg geeft over zijn Jodendom, zijn roots. En dan weer een foto van mij blazend op de sjofar. De toespraak van die ene Jom Kippoer en de klank van de sjofar van toen hoort hij weer. Zijn vrome grootvader, vermoord in de oorlog, verschijnt weer in zijn gedachten en vraagt hem: Wat heb je gedaan met de toespraak van Jom Kippoer, met de hesped bij de lewaja van je moeder, met de klank van de sjofar…..??

Wasserman en ik zijn goede vrienden geworden en zijn grootvader kijkt tevreden vanuit een Hoger Bestaan naar zijn kleinzoon die de weg terug naar het Jodendom heeft gevonden.

Toevallige ontmoetingen
Halsoverkop moest ik naar Winterswijk: een sterfgeval. In de haast stap ik in een verkeerde trein. U kunt zich mijn ergenis wel voorstellen. Maar in de later vertrekkende trein zit een Joodse hippie uit de USA. Ik nodig hem uit om voor Rosj Hasjana bij ons te komen. De tweede dag Rosj Hasjana was hij verdwenen, waarschijnlijk werd het hem allemaal een beetje teveel.
Jaren later horen wij dat in Pittsburg (USA) een strikt traditioneel levende Jood woont die zichzelf ‘de Jood uit Amersfoort’ noemt. Het was de hippie, die vijf jaar na onze toevallige ontmoeting in de trein, zich de sjofarklanken uit Amersfoort herinnerde en op zoek ging naar een sjoel om ze weer te horen. Toen heeft hij zijn hippie-leven verlaten en heeft de weg terug naar het Jodendom gevonden…..

De Jood die altijd Jood blijft
Ik kan nog uren schrijven over de invloed van de sjofar, over toevallige ontmoetingen, over de Jood die altijd Jood blijft. Maar ik ben ervan overtuigd dat het meeste zich aan mijn gezichtsveld onttrekt en daarom ben ik dankbaar om jaarlijks op de sjofar te mogen blazen en gedurende het jaar door de Mediene te mogen zwerven, zelfs als ik soms het gevoel heb maar weinig te hebben bereikt … .

Binyomin Jacobs
Opperrabbijn Inter Provinciaal Opper Rabbinaat, IPOR

Reacties zijn gesloten.