Rabbijn Shmuel Spiero: toevoegen aan spiritualiteit, ook na acht kaarsjes

Chanoeka leert ons een bijzondere les. Omdat wij niet alleen onze plicht vervullen door elke avond van Chanoeka in ieder huis steeds één kaarsje aan te steken, maar men voegt iedere avond een extra lichtje toe aan de chanoekia tot dat er op de laatste avond acht vlammetjes branden.

Vaak brandt er zelfs meer dan één chanoekia thuis. Eén van de redenen die gebracht wordt is ‘Ma’alien bakodesj’, ‘we behoren telkens aan heiligheid toe te voegen’.

De lichtjes van Chanoeka staan symbool voor de lichtjes van de menora in de Tempel. Deze menora stond op de heiligste plek van de wereld, werd dagelijks door de Hoge Priester aangestoken en scheen G’ds Glorie
naar alle vier kanten van de wereld. Wat zien we? Elke avond is volmaakt, maar toch steken we iedere avond een extra lichtje aan. Dit doen we zeven dagen tot aan de achtste avond, dan branden er acht vlammetjes.
We hebben eindelijk na acht dagen door hoe de lontjes, doorweekt met olie, het mooist branden of welke kaarsen het mooiste licht uitstralen. Geweldig, acht avonden feest met familie, vrienden en de Joodse Gemeente.
Dat ritme zou je erin moeten houden. En hoe nu verder? De avond erop is altijd zo’n ‘lege’ avond. Wat gebeurt er de ‘negende’ avond? Niets! Hoeveel kaarsjes steken we aan? Niet een! Akkoord, we kunnen niet doorblijven gaan met iedere avond een extra lichtje aan te steken. Maar houd dan tenminste die acht aan. Nee, we gaan meteen terug naar nul komma nul. We steken na acht avonden van warmte, emotie en heiligheid niet één kaars meer aan! Wat voor een ‘Ma`alien bakodesj’, toegevoegde Heiligheid is dit nou?!

Een antwoord: Na acht avonden moeten we begrepen hebben wat de lichtjes symboliseren: meer licht te brengen in huis en in ons leven. Dit geestelijk voedsel zijn niet de latkes of de soefganiot, maar doelt op het spirituele licht van Tora en mitswot. De avond na Chanoeka zetten wij de toegevoegde waarde wel degelijk voort. Door ons eigen vlammetje brandende te houden, door het vonkje van een vriend aan te wakkeren, door de nesjama van anderen aan te steken. Hiermee houden we ons het hele jaar bezig, tot de eerste avond Chanoeka van het volgende jaar. En let op: we beginnen dan niet opnieuw want door het wederom aansteken van de menora geven wij onze nesjamma een impuls en brengen wij deze spiritualiteit op een hoger niveau.
Zo blijven we bouwen aan een betere toekomst totdat, hopelijk zeer spoedig in onze dagen, de Masjiach zal komen en de menora in de Tempel weer zal branden.

Reacties zijn gesloten.