Op 10 tewet, dit jaar op 19 december, bestaat het gebruik om kaddisj te zeggen voor degenen waarvan men niet weet wanneer die is overleden, tijdens de Shoa. In Turijn grijpt men deze vastendag aan om alle namen te lezen van de in de Tweede Wereldoorlog omgekomen joodse stad- en streekgenoten.
Er worden op 10 Tewet zo’n honderd namen uitgesproken, van omgekomen Joden uit Turijn en uit de streek Piemonte. Een traditie die behalve bij de Joodse Gemeente Turijn bestaat, ook in de Israelische kibboets Lochamei Hagetta’ot, de kibboets die is gewijd aan de strijders in de ghetto’s.
De ceremonie in Turijn begint kort voor het einde van het vasten op de middag van 10 tewet. Het initiatief er toe dateert van 1995, nu twaalf jaar geleden, toen Alberto M. Somekh, de rabbijn van Turijn, zijn gemeente voorstelde op deze wijze de Tiende Tewet een bredere invulling te geven. Op 10 Tewet begon de belegering van Jeruzalem door de Babyloniërs, hetgeen uiteindelijk zou leiden tot de verwoesting van de Eerste Tempel.
Tegenwoordig woont er in Turijn nog één overlevende van de Shoa. Zij is een van de vijf die terugkeerden met de later beroemd geworden schrijver Primo Levi (1919-1987). De auteur wiens werk over zijn verblijf in Auschwitz gaat, woonde vrijwel zijn hele leven in de Noord-Italiaanse industriestad.
