Begraafplaatsen in Boedapest en Londen ernstig vernield

Op Joodse begraafplaatsen in Londen en Boedapest zijn ernstige vernielingen geconstateerd. In beide gevallen zijn tientallen zerken vernield of met antisemitische graffiti geschonden.

Bijna 90 graven werden eerder deze week, of mogelijk al voordien, geschonden in de Londense wijk West Ham. In mei 2003 werden bijna 400 zerken op de begraafplaats ernstig beschadigd of omver geworpen. Op de zerken is nazi-grafitti te zien. Zerken van kindergraven en een mausoleum van Ferdinand en Evalina de Rothschild waren onder meer het slachtoffer van de vernielzuchtige bezoekers. Een naastgelegen niet-Joodse begraafplaats bleef ongeschonden. Begin juni was een Joodse begraafplaats in Manchester het doelwit van vandalen.

Kort na de melding van de grafschennis in Londen maakte de politie in Boedapest bekend dat tientallen graven zijn geschonden op een Joodse begraafplaats aan de Kozmastraat in de Hongaarse hoofdstad. Daar gaat het om meer dan 130 zerken die omver zijn geworpen of in stuken zijn gegooid.
De beschadiging leidde tot onmiddelijke afkeurende verklaringen van de politieke partijen in Hongarije. De ministers van binnenlandse zaken en van cultuur zullen naar verwachting een bezoek aan de begraafplaats brengen.

Reacties zijn gesloten.