De Belgische parlementsverkiezingen vielen op Soekot. Een aantal Joodse Antwerpenaren kon daardoor niet aan de verplichting voldoen om in een stemburo te gaan zitten. Daarvoor heeft de rechter hen veroordeeld.
Deze Antwerpse Joden zijn door de rechtbank van Antwerpen veroordeeld tot het betalen van een boete van 275 euro omdat ze op de verkiezingsdag van 8 oktober 2006 niet kwamen opdagen als bijzitter. Zij lieten te laat weten dat ze hun plicht niet konden volbrengen. Op 8 oktober was het Soekot waardoor de Joodse stembureauleden hun taak van bijzitter niet konden vervullen.
Vlaams minister van Binnenlands Bestuur Marino Keulen gaf aan joden die moesten gaan stemmen de kans om dat via een volmacht te doen. België kent een stemplicht waardoor stemmen met een volmacht geen keuze maar noodzaak was. Voorwaarde was dat ze een attest van een erkende Israëlitische Gemeente opstuurden naar de voorzitter van hun kiesbureau in Antwerpen. Hoewel ze de verklaring voor het niet komen stemmen, wel hadden opgestuurd, werd een aantal orthodoxe joden toch gedagvaard. Het attest telde immers alleen voor het niet volbrengen van de stemplicht, niet voor he vervullen van de verplichting om als bijzitter te fungeren.
Volgens Raffy Werner, de advocaat van de veroordeelde joodse inwoners van Antwerpen, is het niet logisch dat iemand wegens geloofsovertuigingen met een volmacht mag laten stemmen, maar dat diezelfde geloofsovertuiging onvoldoende is om niet te moeten bijzitten.
Lees ook: Belgische stembus langer open in verband met Soekot?
