De Iraanse oud-presient Rafsanjani moet voor de rechter in Argentinië verschijnen. De Argentijnse justitie wil dat Rafsanjani zich verantwoordt voor een bomaanslag op het Joodse AMIA-gebouw twaalf jaar geleden waarbij 85 doden vielen en een veelvoud aan gewonden. De opmerkelijke stap van het Argentijnse Openbaar Ministerie komt voort uit de overtuiging dat Rafsanjani als de politiek verantwoordelijke voor de terreurdaad beschouwd. De toenmalige president zou betrokken zijn geweest bij het plannen van de aanslag. Het heeft lang geduurd voordat tot vervolging werd overgegaan. Joodse organisaties hebben daar steeds bij de Argentijnen op aangedrongen. Twee jaar terug werden vijf verdachten van de aanslag vrijgesproken.
De aanslag met een met explosieven volgestopte minibus maakte het gebouw van de Argentijns-Israëlische Wederzijdse Hulpstichting (AMIA) op 18 juli 1994 praktisch met de grond gelijk. Naast de 85 doden vielen er ruim driehonderd gewonden.
De AMIA was het symbool voor de 300.000 zielen tellende Argentijns-joodse gemeenschap, de grootste in Zuid-Amerika. Aangenomen wordt dat de aanslag het werk is geweest van moslim-fundamentalisten en Iraanse terroristen. Iran ontkent iedere medeplichtigheid aan de aanslag.
Twee jaar voor de aanslag op het AMIA-gebouw werd de Israëlische ambassade in Buenos Aires verwoest door een bom. Bij die aanslag, waarvoor de verantwoordelijkheid nooit is opgeëist, vielen 29 doden.
