Jaarlijks maakt het Amerikaanse ministerie van buitenlandse zaken een internationaal rapport over religieuze vrijheden. Uit het rapport over 2004 blijkt dat de Iraanse Joden al voor het aan de macht komen van Mahmoud Ahmadinejad te maken hadden met ernstige inbreuken op hun religieuze vrijheden. De voortdurende uitlatingen waarin de Sjoa wordt ontkend zijn terug te voeren op een bestaand patroon waarin de Joodse gemeenschap van Iran wordt gediscrimineerd. De situatie is sinds Ahmadinejad verslechterd. In het Amerikaanse rapport over 2004 wordt geconstateerd dat “onderwijs voor Joodse kinderen in recente jaren steeds moeilijker is geworden. Alle schoolboeken moeten worden gecontroleerd door het ministerie van onderwijs. Verspreiding van Hebreeuwse teksten wordt in sterke mate tegengewerkt, hoewel Hebreeuws taalonderwijs op zichzelf is toegestaan.
Het meest opmerelijke is dat Joodse scholen gedwongen zijn op sjabbat open te zijn, waardoor het onmogelijk wordt om zowel te voldoen aan het volgen van onderwijs als het zich houden aan het sjabbat-gebod.
Universiteiten
Studenten die zich aanmelden voor universteiten moeten een diploma Islamitische theologie bezitten. Hierdoor wordt het voor Joden moeilijker om te worden aangenomen door een universiteit. Op het moment van de Islamitische revolutie telde de Joodse gemeenschap 25 keer meer universitaire studenten dan het landelijk gemiddelde. Vandaag de dag worden Joodse studenten nog maar nauwelijks tot universiteiten toegelaten.
Toegenomen
Een buiten Iran gevestigde Iraanse groep meent op basis van door recent uit Iran gevluchte Joden dat sinds het aantreden van de nieuwe president de discriminatie en onderdrukking van de tussen de 20.000 en 30.000 tellende gemeenschap waarneembaar is toegenomen. Als voorbeeld wordt genoemd het door Islamitische fanatici binnenvallen van sjoels tijdens synagogediensten, waardoor de dienst wordt verstoord. Al vele jaren wordt de inhoud van de predikaties in de sjoels nauwlettend in de gaten gehouden. Joodse lessen worden liever thuis dan in de sjoel gegeven, uit angst om verkeerde indrukken te wekken.
Huiszoekingen worden bij voorkeur verricht op Joodse feestdagen. Dan worden waardevolle bezittingen geconfisceerd en de bewoners mishandeld.
Geestelijken
Niet alleen de president laat zich in anti-joodse bewoordingen uit. Tijdens de vrijdaggebeden zijn steeds fellere antisemitische uitlatingen te horen van de islamitische geestelijken.
In de media is regelmatig een antisemitisch artikel te vinden. Zo werd aan het honderdjarig bestaan van de Protocolen van de Wijzen van Zion in diverse kranten aandacht besteed.
Zeer hoog
Over 2004 constateert het Amerikaanse ministerie van buitenlandse zaken nog dat de Joodse gemeenschap in Iran zich stil houdt en terughoudend is om aandacht te vragen voor door de staat uitgeoefend of getoleerd antisemitisme uit vrees voor maatregelen van overheidswege. De wèl gegeven reactie op de Holocaust ontkennende uitlatingen van Ahmadinejad toont aan dat de nood bij de Joden in Iran nu zeer hoog is gestegen.
