In Qamishli luisteren de drie laatste Joden van de stad naar de aankondiging van de muezzin om te weten wanneer sjabbat begint.
In de Noord-Syrische stad Qamishli woont nog één Joods gezin. Wanneer een Joodse exchange student vanuit Damascus op zoek gaat naar Simcha, Musa en David Pinchas, de laatste Joden van Qamshili, wordt ze verrast. In de Jerusalem Post vertelt zij hoe duizenden kilometers verwijderd van ieder Joods contact en onder een van de meest totalitaire anti-Joodse regimes kasjroet en sjabbat in ere worden gehouden. Met de grootste vanzelfsprekendheid. In 1994 vertrokken alle Joden uit Qamshili, behalve het gezin Pinchas, naar de VS of Israel.
“Eet je vlees?” Ik knik met mijn hoofd.
“Bedoel je dat je niet-kosjer vlees eet?” Ik ben totaal verrast door de vraag. Er is niet bepaald een groot aanbod aan kosjere slagers in Damascus. Dus vraag ik: “Waar krijg je je kosjere vlees vandaan?”.
Musa legt uit dat de Joodse Gemeente in Damascus contacten onderhoudt met een sjocheet in Turkije. Die levert regelmatig kosjer vlees. Wanneer Musa naar Damasus gaat voor zaken dan neemt hij kosjer vlees mee naar huis in Qamishli. Negen uur rijden, om kosjer vlees dat uit het buitenland wordt geïmporteerd te kopen.
“En uiteraard houden we ook sjabbat,” zegt Musa. Ik wordt uitgenodigd om te blijven voor sjabbat. Mijn eerste sjabbat bij een joods gezin in Syrië. In Qamishli wordt door de muezzin het maghreb gebed voor zonsondergang aangekondigd. Het is voor het gezin Pinchas het sein dat de sjabbat begint.
In hun huis herinnert een plek op de muur aan Jeruzalem. Een in metaal uitgevoerd exemplaar van de Tien Geboden hangt aan dezelfde muur als het portret van Hafez Assad.
Lees HIER verder