De tweekamerwoning waar Johannes Paulus II is geboren is een bedevaartsoord geworden. De Joodse eigenaren willen er van af. Bieders zijn de aartsbisschop van Krakau en Poolse en Amerikaanse Joodse organisaties. Alledrie met het zelfde doel: de herinnering aan de Poolse paus die zo veel heeft betekend voor de Joods-Christelijke verstandhouding, levend te houden.
Johannes Paulus werd in 1920 als Karol Wojtyla geboren in een huurwoning bestaande uit twee kamers en een keuken in de Zuid-Poolse plaats Wadowice. Dagelijks bezoeken 5.000 bedevaartgangers het huisje. Het 19e eeuwse huisje staat in een kleine straat, vlak bij de plaatselijke basiliek.
Nakomelingen van een lokale Joodse familie, die nu in de Verenigde Staten wonen, willen het huis verkopen. Hun voorouders verwierven het huis in 1911, acht jaar later werden de ouders van Karol Wojtyla de huurders. Het was ook het huis waar de moeder van de paus overleed. Karol Wojtyla was toen negen jaar oud.
De woning fungeert al sinds 1984 als museum voor Johannes Paulus. De muren zijn bedekt met zijn foto’s, er liggen voorwerpen uit de tijd dat de Wojtyla’s het huis bewoonden en drie kledingstukken uit drie verschillende periodes van zijn ambt: als priester, kardinaal en paus.
De aartsbisschop van Krakau is geïnteresseerd om de woning te kopen. Kardinaal Stanislaw Dziwisz was als particulier secretaris de jarenlange vertrouweling van de paus.
Ook de Joodse Gemeente in Krakau toont interesse evenals Amerikaans-Joodse organisaties. Tadeusz Jakubowicz, de voorzitter van de Joodse Gemeente in Krakau heeft er overleg over gepleegd met de kardinaal. Nu werft Jakubowicz fondsen om de koopprijs te kunnen voldoen. Hij beoogt het huis vervolgens aan de gemeente Wadowice te schenken op voorwaarde dat het als museum ter nagedachtenis aan de paus blijft fungeren.
De koop door de Joodse Gemeente en de geplande voorwaardelijke schenking aan het gemeentebestuur van Wadowice moet, volgens Jakubowicz die met het idee kwam, worden gezien als een uiting van waardering jegens Johannes Paulus II vanwege diens pogingen de vaak pijnvolle verhoudingen tussen Poolse katholieken en joden te verbeteren.