De vlag uit voor het Rode Kruis

Het Internationale Rode Kruis heeft de weg vrij gemaakt voor toelating van het Israelische Magen David Adom tot haar organisatie. Magen David Adom werd sinds de eerste aanvraag tot lidmaatschap in 1949 werd gedaan, geweigerd.
Een Davidster kon geen alternatief zijn voor het rode kruis, de rode halve maan of de in de tijd van de Perzische shah gehanteerde leeuw. Israel wilde de davidster hanteren die de Israëlische Rode Davidster-organisatie ook voert. De weigering daarvan door de Internationale Rode Kruisdorganisatie, betekende de weigering Israel tot de wereldorganisatie toe te laten. Ook latere aanvragen werden, geïnitieerd door de Arabische landen, keer op keer geweigerd.


Met de acceptatie van een nieuw Rode Kruis-embleem in de vorm van een ruit, is de weg geopend tot toelating van Israel. Ieder land mag in de rode ruit een eigen symbool voeren, dus ook de rode davidster.

Van de 135 uitgebrachte stemmen, kozen 98 lidorganisaties voor toevoeging van het nieuwe ruitembleem; 27 met name islamitische landen stemden tegen en 10 landen onthielden zich van stemming.

Wanneer de internationale Rode Kruis organisatie in het voorjaar besluit haar statuten te wijzigen en daarin de rode ruit als erkend embleem op te nemen, kan Israel, met de rode davidster als in de ruit te plaatsen embleem, worden opgenomen. Landen die en kruis of halve maan te zeer als een religieuze connotatie beschouwen (vooral van belang in religieus gemotiveerde conflictsituaties waar humanitair optreden wordt vereist), kunnen opteren voor het gebruik van de rode ruit.

Het Amerikaanse Rode Kruis heeft jaren lang geijverd voor toelating van Magen David Adom. Ter ondersteuning van dat pleidooi heeft de Amerikaanse hulporganisatie sinds 2000 US$ 35 miljoen niet uitgekeerd aan de internationale parapluorganisatie.

De Israelische minister van buitenlandse zaken Silvan Shalom noemde het resultaat een nieuw resultaat voor de diplomatieke dienst van Israel, in een lange reeks uit de afgelopen maanden. Klik HIER voor meer informatie van het Israelische ministerie van Buitenlandse Zaken.

Reacties zijn gesloten.