De voorzitter van de Joodse Gemeente in Tunis is gekozen tot lid van de Senaat van Tunesië.
Roger Bismuth is de eerste Joodse Tunesiër die tot de volksvertegenwoordiging toetreedt van het Noordafrikaanse land. De uitverkiezing van Bismuth op 3 juli wordt beschouwd als een positieve ontwikkeling in de Joods-Islamitische relaties. Hij vertegenwoordigt in het parlement de Tunesische federatie van werkgevers. Tunesië is na Iran waar er één vaste zetel is voor een Joodse parlementariër, het eerste land waar een Jood deelneemt aan de landspolitiek in een Islamitisch land. Israel heeft een aantal Arabische leden van de Knesset.
Bismuth treedt toe tot de Kamer van Adviseurs, een soort Senaat, die aanvullend moet worden beschouwd op de bestaande Kamer van Afgevaardigden. Voor het eerst bestaat het parlement in Tunesië nu uit een tweekamer-systeem. Hierdoor wordt een stap gezet in de democratisering van Tunesië.
Wat zou ze hier houden?
Volgens sommigen wonen er al Joden in Tunesië sinds de val van de Eerste Tempel in 566 voor de gewone jaartelling.
Veertig jaar geleden woonden er nog 130.000 Joden in Tunesië. Nu zijn er 500 veelal traditioneel levende Joden, waarvan de meesten zich bezighouden met het maken van sieraden. Er is een handvol minjaniem op sjabbat. Kinderen krijgen onderwijs op een eigen Joodse school; er is een bejaardentehuis, een kosjere slager en een restaurant.
Bismuth ziet geen toekomst voor de Tunesische Joden. “Wat zou ze hier houden?” vroeg hij zich vorig jaar af in een vraaggesprek met de NY Jewish Week. “Ja, het is een mooi en rustig land, … het is ook een Arabisch land. Er is geen mooie toekomst te verwachten.”