Rabbijn Raphael Evers over zijn herinnering aan het enige Joodse ziekenhuis in West-Europa, thans een onderdeel van Ziekenhuis Amstelland.
De CIZ was binnen ons ouderlijk gezin altijd een centraal gegeven. Mijn moeder was daar vele jaren werkzaam als verpleegster, toen nog naast de Rav Aharon Schustersynagoge aan de Jacob Obrechtstraat. Mijn ouders hadden de ‘choppe’ in de tegenwoordige RAS maar werden met een bloemenhaag onthaald in de CIZ door de collega-verpleegsters.
Het was een gezellig Joods gebeuren. Overal kwam je daar bekenden tegen. Het was zo ‘heimisch’ dat ook de portier mee mocht opereren. Dat zat zo: toen de chirurg destijds opereerde, wilde hij natuurlijk graag, dat zijn zoon, die in de portiersloge studeerde voor zijn artsexamen, wat praktische ervaring opdeed. Patient en chirurg kwamen door de voordeur langs de portier. Vader chirurg vroeg en passant aan zoonlief of hij even kon assisteren bij de operatie. De patient vroeg zich perplex af: “Snijdt de portier hier ook mee?”.
Kijk, dat was de CIZ-sfeer waarin wij opgroeiden.