Begraafplaats Zeeburg wordt opgeknapt

Afgelopen zondag was ik met veel Joodse en islamitische vrijwillgers aanwezig bij de eerste opruimingswerkzaamheden aan de Amsterdams-Joodse begraafplaats Zeeburg.

De opkomst was overweldigend. Ruim 40 Marokkaanse en Joodse jongeren zijn samen met familieleden begonnen aan het opknappen van de oude Joodse Begraafplaats Zeeburg in Amsterdam-Oost. Het is de bedoeling dat de jongeren de komende vijf zondagen de verwaarloosde begraafplaats grondig opknappen. De vervallen begraafplaats is een wirwar van oude grafstenen en is volkomen overwoekerd. De begraafplaats Zeeburg is een van de grootste Joodse begraafplaatsen van West-Europa.

De begraafplaats Zeeburg is liefst 16 hectare groot en lange tijd niet onderhouden. Sinds 1714 is er begraven. Er liggen naar schatting 175.000 graven. De begraafplaats Zeeburg was voornamelijk bestemd voor de arme mensen. Hun grafzerken waren meestal van hout, zodat er maar weinig matsewot nog herkenbaar aanwezig zijn.

Al met al was dit een geweldig initiatief van de Stichting Eerherstel begraafplaats Zeeburg onder leiding van voorzitter mr. Marcel Mock. Jong en oud hielpen mee om de eerste twintig meter weer toonbaar te maken.

Op de foto van Dirk P.H. Spits, vl.n.r.:
Mevrouw Divon, stadsdeelvoorzitter Fatima Elatik, wethouder Lodewijk Asscher, ambassadeur Divon, rabbijn Evers.

 

Toen ik voor het eerst op de begraafplaats Zeeburg kwam, sloeg de schrik mij om het hart. Wat een chaos! Mij schoot direct het fameuze verhaal van het verwoeste Heiligdom te binnen uit de Talmoed (B.T. Makkot 24b) te binnen.  Niet lang na de verwoesting van de tweede Tempel liepen vier mannen op de ruïnes van Jeruzalem zwijgend voort. Het waren Rabbi Gamliëel, Rabbi Elazar ben Azarja, Rabbi Jehosjoe’a en Rabbi Akiwa. Intens verdrietig waren ze. Vertwijfeld keken ze naar de puinhoop, die eens de heilige Tempel was. Opeens springt daar een troep vossen op hun weg. Drie geleerden begonnen vreselijk te huilen: “Dat Jeremia’s profetenwoord zo moest uitkomen: `vossen lopen er op de verwoeste berg Zion rond” (Klaagliederen 5:18).

Toch glimlachte Rabbi Akiwa. “Hoe kun jij, Akiwa, lachen bij deze ramp, die over ons gekomen is? Je glimlacht! Je ziet hoe er vossen rennen over de plaats waar G’ds altaar stond?”, vroeg Rabbi Gamliëel. Maar Rabbi Akiwa had zijn antwoord klaar: “Ik verheug me omdat wanneer de onheilsprofetieën zo precies uitkomen, ook de positieve voorspellingen eens gerealiseerd zullen worden”.

Ook wij mogen ons verheugen in een opleving van het Jodendom in Amsterdam. Allerlei nieuwe initiatieven zien het licht. Er is hoop! Marcel Mock, Jaap Meijers, Efraim Goldstoff en anderen hebben een grote mitswe gedaan.

Reacties zijn gesloten.