De zendingsdrang is nog niet uit Nederland verdwenen ondanks dat de Protestantse en Rooms-Katholieke kerk en diverse andere kerken zending onder Joden hebben afgezworen. Individuele kerkelijke of religieuze groepen, predikanten en theologen proberen nog steeds joden te bewegen zich los te maken van hun joodse wortels en het christendom op zich te nemen; Jezus als verlosser te erkennen.
Op internet is sinds kort een complete Nederlandstalige handleiding te vinden. De uitspraken van een dominee in Zeeland is een ander voorbeeld dat de theologisch geïnspireerde drang tot jodenbekering nog immer springlevend is.
Verbijsterend
Ruim twintig jaar geleden stapte de Gereformeerde kerk, een van de voorlopers van de huidige Protestantse Kerk, af van de zending onder Joden. De toenmalige gereformeerde synodevoorzitter ds. R. Vissinga maakte duidelijk dat de schaamte om het verleden overheerste: ,,Wij staan in een traditie die voor joden bedreigend, pijnlijk en zelfs dodelijk is geweest. Dat noopt de kerken tot grote bescheidenheid.”
Columnist Herman Oosterman op de site van een katholieke kerk in Assen vertelt hoe er in de kerk werd gesproken over de Joden. In zijn jeugd werd er in de kerk op Goede Vrijdag speciaal gebeden voor de Joden. De tekst van die voorbede luidde volgens een kerkboek uit 1911: Laat ons bidden voor de trouweloze joden, opdat God onze Heer den blinddoek wegneme van hunne harten, opdat zij Jezus Christus onzen Heer erkennen.
In een kerkboek van een halve eeuw later : … die zelfs de trouweloosheid van de Joden, van Uw ontferming niet afstoot, verhoor onze gebeden welke wij tot U richten voor de verblindheid van dit volk. “Met zulke gebeden heeft onze kerk niet bijgedragen aan de verbroedering tussen joden en christenen,” constateert Oosterman. Waarop hij een dialoog citeert van op het station van Veendam toen daarvandaan de Joodse bewoners uit de plaats werden gedeporteerd. “Daar staat weer een trein voor Westerbork.” Zegt de andere man: “Het zijn toch alleen maar joden?” Waarop de columnist constateert: “Joden vormden een aparte groep en waren bij veel mensen niet geliefd.”
Terwijl je zou denken dat het niet meer voorkomt maar dat mensen wijzer zijn geworden en dat er genoeg historische redenen zijn om zich niet meer op Jodenzending te storten, bestaat het fenomeen zending onder de Joden nog steeds. Waarbij de Shoa nota bene als argument voor zending wordt gebruikt.
Zendeling Marten Visser van de Gereform. Zendingsbond: “Schuldgevoel over de te geringe inzet van christenen tegen de gruwelijke massamoord op Joden door de nazi’s mag er niet toe leiden dat we Joden het goede nieuws over de gekomen Messias onthouden.”
Professor Erik de Boer, hoogleraar kerkgeschiedenis, bekritiseert het besluit van de synode van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt om geen apart deputaatschap in te stellen voor kerk en Israel. De Boer vindt het verbijsterend hoe de kerk zeventig jaar na de bevrijding van Auschwitz zo kan omgaan met zending specifiek gericht op Joden.
Sluw en slecht
Een paar jaar geleden probeerden missionarissen hun boodschap stiekem uit te venten via een van de kosjere winkels in Amsterdam-Buitenveldert. Dit jaar komt regelmatig op vrijdagen wanneer het het drukst is bij de kosjere winkels, een christelijke muziekgroep om er op straat muziek te maken. De leider van de band verwoordt hun motto: “Ik geloof dat de druk op Israël steeds meer toe gaat nemen, ook in Nederland. Juist in die druk kunnen we iets van de Messias laten zien. We zien ook steeds meer openheid onder het Joodse volk om te horen over de Messias. God is aan het werk en ik wil meegaan in dat waar Hij mee bezig is.”
Taalkundige Ewoud Sanders heeft onderzoek gedaan naar de inzet van kinderverhalen, waarvan er sommige in oplages van wel honderdduizend zijn verschenen. In zijn dissertatie Levi’s eerste kerstfeest analyseert hij dertien katholieke en 67 protestantse verhalen met Jodenzending als boodschap. Drie jaar geleden werden Joden in een kinderprogramma van de toenmalige Katholieke omroep als sluw en slecht afgeschilderd. Op internet is sinds kort een complete Nederlandstalige handleiding voor Jodenzending te vinden. De gedrevenheid van de Zeeuwse dominee Maarten Klaassen is een ander voorbeeld dat de theologisch geïnspireerde drang tot jodenbekering ook in 5777 – 2017 nog springlevend is.
Christenen moeten de joden koesteren, want zij zijn Gods uitverkoren volk en bovendien was Jezus joods. Maar de joden moeten Jezus wel als de Messias erkennen. Dat is, in essentie, de boodschap van de jeugdverhalen over jodenbekering die Ewoud Sanders heeft bestudeerd. Het is ook de essentie van de hedendaagse uitspraken van diverse Nederlandse christelijke voormannen. De zendingsdrang wordt nog steeds gepredikt.
Sanders onderzoekt herkomst en drukgeschiedenis van zendingsverhalen voor kinderen, hoe ze werden ontvangen en in hoeverre er verhaalpatronen in te herkennen zijn. De verhalen verschenen in boekvorm, als krantenfeuilleton, in tijdschriften, in schoolboeken, als kerstgeschenk of als toneelstuk. Het oudste verhaal dateert van 1792, het jongste van 2015.
Ophef
In Rooms-Katholieke kring verscheen ‘Van een Jodenjongetje’, een verhaal dat tussen 1935 en 1956 in een populair katholiek taalboek voor de lagere school stond. Het gaat over een joods ventje dat door zijn vader in een brandende oven wordt gegooid, omdat hij een hostie heeft ontvangen. De antisemitische strekking veroorzaakte flinke ophef. Zelfs de Tweede Kamer debatteerde erover. De uitgever zag zich genoodzaakt het verhaal uit het lesboek te schrappen. Eind jaren vijftig leidde een ‘theologische herbezinning’ in katholieke kring tot een eind aan de bekeringsverhalen. Een decennium later, bij het Tweede Vaticaanse Concilie werd de pauselijke boodschap Nostra Aetate uitgebracht, grondslag voor herziening van de houding van de Rooms-Katholieke Kerk jegens het Jodendom. Mgr. Herman Woorts, hulpbisschop van Utrecht en referent voor de relaties met het Jodendom zei vorg jaar dat de RK Kerk moet getuigen van haar geloof in Jezus Christus als Verlosser, maar institutionele bekeringsmissie afwijst. Immers, het Jodendom is evenals het christendom ‘drager van Gods Woord’.
Doorgegaan
Binnen protestantse kring signaleert Sanders dat tot op de dag van vandaag wordt doorgegaan met het publiceren van stichtend bedoelde verhalen over joodse kinderen of jongvolwassenen die Jezus als de Verlosser leren te omhelzen. Maar het blijft niet alleen bij de boodschap aan kinderen in verhalen en in boeken. Recent verscheen op internet de ellenlange handleiding Hoe maken we Joden bekend met hun Messias.
Op een middelbare school in de Betuwe wordt 22.000 euro opgehaald. Te besteden aan het vertalen van christelijke kinderboeken in het Hebreeuws, ‘ter verspreiding onder het Joodse volk in Israël’.
Kwalijke vooroordelen
Sanders laat zien dat christelijke jeugdlectuur kwalijke vooroordelen over joden heeft gestimuleerd. Zo is er het terugkerende beeld van de spugende jood dat teruggaat op het evangelie van Matteüs. Hierin staat beschreven hoe Jezus door joodse priesters en rechters wordt mishandeld: ‘Daarop spuwden ze hem in het gezicht en sloegen hem. Anderen stompten hem.’ In 2015 nog verscheen het verhaal De zoektocht van Lea Rachel met een joodse boekhandelaar die steeds op de grond spuugt als hij over ‘vuile christenen’ of ‘vuile gojims’ praat. Er zijn sinds de eerste druk in 1999 ruim tienduizend exemplaren van verkocht. Het boek haalde in februari 2000 de vierde plaats in de Boekentoptien jeugdboeken van het Reformatorisch Dagblad.
Van De blinde ziet, over twee joodse kinderen die zich willen bekeren en door hun joodse grootmoeder daarom worden mishandeld, werden tussen 1983 en 2008 meer dan 15.000 exemplaren verkocht. Uitgeverij Den Hertog haalde in 1981 Thirza, of de aantrekkingskracht van het kruis uit de handel na klachten van de Anne Frank Stichting. In 2012 bracht de uitgeverij het boek desondanks opnieuw uit, nu onder de titel De dochter van de bankier, uit het leven van een joods meisje. Het is nog steeds leverbaar.
Dergelijke boeken worden door de onderwijscommissie van het Deputaatschap van de Gereformeerde Gemeenten aanbevolen in het onderwijs. Drie jaar geleden werd op een middelbare school in de Betuwe 22.000 euro opgehaald. Het geld werd besteed aan het vertalen van christelijke kinderboeken in het Hebreeuws, ‘ter verspreiding onder het Joodse volk in Israël’.
Zie deel 2 op: Drang om Joden te bekeren nog steeds aanwezig – deel 2