Rosj Hasjana, inspirerende artikelen

Rosj Hasjana

Sjofarblazen, Amsterdams minhagiemboekje, houtsnede 1695.Rosj Hasjana is het joods nieuwjaar. Het duurt twee dagen en in de periode die eraan voorafgaat sturen mensen elkaar kaarten of e-mails met de wens ‘sjana tova oemetoeka’, een goed en zoet jaar.
Ook is het gebruikelijk in de maand voor Rosj Hasjana gewone correspondentie af te sluiten met deze nieuwjaarswens.

Thuis. Rosj Hasjana wordt thuis gevierd met een feestelijke maaltijd. Ronde challes en honingkoek ten teken van een zoet, onafgebroken jaar, ontbreken niet op tafel.
Op de avonden van sjabbat, jomtov en Jom Kippoer worden op het moment van aanvang ervan door de vrouw des huizes de kaarsen thuis aangestoken. Op sjabbat wordt onmiddellijk na het aansteken de beracha ‘lehadliek neer sjel sjabbat’ gezegd; over de jomtov-kaarsen zegt men ‘lehadliek neer sjel jomtov’ en na het aansteken van de kaarsen op erev Jom Kippoer zegt men ‘lehadliek neer sjel Jom Hakippoeriem’. Sommigen zeggen bij het aansteken van de Jom Kippoer-kaarsen ook de beracha ‘sjehechejanoe’. Deze beracha wordt in ieder geval toegevoegd na het aansteken van de jomtov-kaarsen op Rosj Hasjana, Soekot, Sjeminie Chag Ha’atseret, Simchat Tora, de eerste twee avonden Pesach en de beide avonden van Sjawoe’ot.
Behalve deze kaarsen wordt voor Jom Kippoer nog een extra kaars aangestoken die de hele vastendag blijft branden.

Appel met honing
Op de eerste avond van Rosj Hasjana wordt na de kiddoesj de appel met honing gegeten. Op de tweede avond Rosj Hasjana wordt niet alleen de in honing gedoopte appel gegeten, maar wordt sjehechejanoe gezegd over een nieuwe vrucht. Velen proberen daarvoor een vrucht te nemen van het land Israël, zoals een granaatappel, verse dadel of verse vijg.

In sjoel staat de dienst in het teken van inkeer. Rosj Hasjana is namelijk ook het begin van tien dagen van inkeer die uitmonden in Jom Kippoer. In sjoel wordt op de sjofar (ramshoorn) geblazen om de mensen als het ware wakker te schudden. In de meeste gemeenten worden honderd tonen geblazen; dertig na het lajenen, tien in de herhaling van de ‘amieda, dertig na de herhaling van de ‘amieda en dertig aan het einde van de dienst. Op sjabbat wordt niet op de sjofar geblazen.
Knielen komt in de Joodse eredienst gedurende het jaar niet voor. De Jamiem Nora’iem maken hierop een uitzondering. In het moesafgebed wordt op Rosj Hasjana een keer en op Jom Kippoer vier keer geknield. Daarbij knielt eerst de gemeente en vervolgens de chazzan.
De kleden en het parochet (gordijn voor de Torakast) zijn vanaf de ochtend voor Rosj Hasjana tot en met Jom Kippoer van witte stof. Die voorgaan in de dienst en sommige anderen ook, dragen op Rosj Hasjana en op Jom Kippoer een sargenes of kittel, een lange witte jurk of jas. Wit is de kleur van onschuld, en van de kledij van engelen.

Tasjliech
‘s Middags is het de gewoonte naar een stromende waterloop te lopen en daar een speciaal gebed te zeggen, waarbij men broodkruimels in het water werpt, als symbool voor het weggooien van je zonden. Deze gewoonte heet tasjliech. Het woord tasjliech komt uit een zin uit het boek Micha in TeNaCh waar staat: “wetasjliech bimtsoelot jam kol chattotam – en al onze zonden in het diepst van de zee werpen.”

Aan het einde van Rosj Hasjana maken wij havdala over wijn, echter niet over kaars en kruiden. Maar niet op vrijdagavond, dan gaat de jomtov over in sjabbat.

Goed idee:
Thuis in sjoel met Nederlandse machzoriem (gebedenboeken).

Lees ook:

 

 

Reacties zijn gesloten.