Tora van de week

Parsja Choekat 5778

Bemidbar/Numeri 19:1-22:1 Toch heeft de rode Koe veel betekenissen. Het Jodendom kent drie soorten voorschriften: getuigenissen: als wij Sjabbat houden getuigen wij van een Schepping in zes dagen. civiele wetten, die de maatschappij in stand houden. onbegrijpelijke wetten, waarvan de … Lees verder

Parsja Korach 5778

Bemidbar/Numeri 16:1-18:32 Korach, Datan en Awiram en nog 250 man rebelleren tegen het leiderschap van Mosjé en Aharon. G’d is zeer kwaad en wil de hele gemeenschap vernietigen maar trekt zich de bede van Mosjé en Aharon aan en laat … Lees verder

Parsja Sjelach Lecha 5778

Bemidbar/Numeri 13:1-16:41 Mosjé stuurt twaalf mannen, één van iedere stam, om Kena’an te verkennen. Ze keren na veertig dagen terug en vertellen dat het land inderdaad overvloeit van melk en honing. De vruchten zijn groot en als bewijs tonen ze … Lees verder

Parsja Beha’alotecha 5778

BEHA’ALOTECHA (bij het aansteken): Numeri 8:1 – 12:16 Aharon krijgt een aantal voorschriften, evenals de Levieten. De laatsten assisteren de kohaniem. Toen de tijd gekomen was voor ’t Pesachoffer bleken sommige mannen onrein. Zij krijgen verlof voor een inhaalmogelijkheid, het … Lees verder

Parsja Naso 5778

NASO (neem op): Numeri 4:21 – 7:89. Hier volgen verdere opdrachten inzake het transport van de Tabernakel. Daarna wordt opgedragen iedereen die ritueel onrein is, buiten het kamp te plaatsen. Dan volgt een  richtlijn voor wie zaken ontvreemd heeft. Als … Lees verder

Parsja Bemidbar 5778

BEMIDBAR (in de woestijn): Numeri 1:1 – 4:20. Vierde boek van de Tora. G’d draagt Mosjé op het aantal mannen van 20 jaar en ouder te tellen. Het blijken meer dan 600.000 te zijn. De Levieten worden apart geteld: van … Lees verder

Parsja Behar – Bechoekotaj 5778

Wajikra/Leviticus 25:1-27:34 BEHAR (op de berg): 25:1 – 26:2. G’d gebiedt een Sjabbatjaar (Sjemitta) voor het Land: het 7e jaar mag het land niet bezaaid worden. Wat vanzelf opkomt mag men eten. Na 7 x 7 jaar is het 50e … Lees verder

Parsja Emor 5778

Wajikra/Leviticus 21:1-24:23 Kohaniem mogen geen contact met doden hebben, niet met een gescheiden vrouw huwen en niet onrein of met bepaalde gebreken dienst in de Tempel doen. Alleen kohaniem mogen van geheiligd voedsel eten. Een dier dat geofferd wordt mag … Lees verder

Parsja Acharee Mot – Kedosjiem  5778

Wajikra/Leviticus 16:1-18:30 Op Jom Kippoer, als de Hogepriester het Allerheiligste betreedt, moet hij speciale kleding aantrekken. De offers worden beschreven, waaronder 2 gelijke bokken, waarvan de ene geofferd wordt en de andere, met de zonden van het volk beladen, de … Lees verder

Parsja Tazria – Metsora 5778

Wajikra/Leviticus 12:1-15:33 Koheen 12:1-13:23. Een vrouw wordt ritueel onrein gedurende een week na de geboorte van een jongen en gedurende twee weken na de geboorte van een meisje. Daarna volgt een wachttijd. Een kraamvrouw brengt offers. ► Een aspect van … Lees verder

Parsja Sjemini 5778

Wajikra/Leviticus 9:1-11:47 Samenvatting Op de achtste dag (na de zeven dagen van voorbereiding) brengen Aharon en zijn zonen hun eigen offer en het offer van het volk, waarna Aharon en Mosjee het volk zegenen. G’ds Majesteit verschijnt aan het volk. … Lees verder

Parsja Tsav 5778

Wajikra/Leviticus 6:1-8:36 Samenvatting Aharon krijgt nadere instructies voor de offers: wat, waar en hoe van de offers gegeten mag worden. Het vuur op het altaar moest altijd blijven branden. Ook dankbaarheids- en vrijwillige offers komen aan de orde. Bloed en … Lees verder

Parsja Wajikra 5778

Wajikra/Leviticus 1:1-5:26 Wajikra is het derde boek van de Tora; men noemt dit boek ook wel de Leer van de Priesters, omdat een groot deel gewijd is aan de taak van de priesters, de kohaniem, in het (draagbare) Heiligdom. Daar … Lees verder

Parsja Wajakheel-Pekoedee 5778

Sjemot/Exodus 35:1-40:38 Wajakheel En Mosjé sprak tot de hele vergadering van de kinderen Israëls als volgt:  Dit is het gebod dat G’d gegeven heeft:  “Neem van Uw bezit een heffing voor G’d; goud, zilver, koper, blauw purper, rood purper, scharlaken, … Lees verder

Parsja Kie Tisa 5778

Sjemot/Exodus 30:11-34:35 Koheen, 30:11-31:17. Het volk wordt geteld. Het wasbekken wordt beschreven, de zalfolie, het ketoret (reukwerk). Betsaleel wordt  architect van het Misjkan.      Waarom moesten de Joden geteld worden in het eerste jaar na de Exodus; G’d kende het getal … Lees verder

Parsja Tetsawee 5778

TETSAWE (beveel): Sjemot/ Exodus 27:20 – 30:10. 24e parsja. Mosjee krijgt de opdracht ervoor te zorgen dat de Menora brandend gehouden wordt en Aharon en zijn zonen aan te stellen als priesters (kohaniem). Ook moeten er kleren voor hen geweven … Lees verder

Parsja Teroema 5778

Sjemot/Exodus 25:1-27:19 Eerste Alija (Koheen, Sjemot 25:1-16) Inhoud: de Bnee Jisraëel moesten een heffing inzamelen: goud, zilver, koper, blauw purper, rood purper, scharlaken, fijn linnen, geitenhaar, rood geverfde ramsvellen, tachasj-vellen en acaciahout, olie voor het licht, specerijen voor de zalfolie … Lees verder

Parsja Misjpatiem 5778

Sjemot/Exodus 21:1-24:18 “Dit zijn de voorschriften die je hen zult voorleggen” (Sjemot 21:1) Misjpatiem betekent civiel recht en dit vormt de hoofdinhoud van de sidra. Hoewel de andere volken volgens Maimonides (Rambam) hun eigen rechtssysteem mogen creëren – zolang ze … Lees verder

Parsja Jitro 5778

Sjemot/Exodus 18:1-20:23 “En Jitro, de priester van Midjan, Mosje’s schoonvader” (18:1) Jitro, de schoonvader van Mosjé, was een man, die “alles had uitgeprobeerd”. Alle afgoden had hij gediend.  Jitro zocht overal de waarheid: “The truth and nothing but the truth”.  … Lees verder

Parsja Besjalach 5778

Sjemot/Exodus 13:17-17:16 “Wajehie besjallach…Toen Pharao het volk had laten gaan” (13:17) De Sidra van deze week begint met het woord “Wajehie” (en het was), een uitdrukking, die volgens de Talmoed (B.T. Megilla 10) altijd een trieste episode inluidt. Om dit … Lees verder