Tora van de week

Parsja Ki Tavo 5772

(Dewariem/Deuteronomium 26:1 – 29:8) KI TAVO (als je komt): Als het Land vrucht draagt, moet je de eerstelingen naar het Heiligdom brengen en een verklaring afleggen dat je alles aan G’d te danken hebt, dat je de geboden hebt uitgevoerd … Lees verder

Parsja Kie Teetsee 5772

(Dewariem/Deuteronomium 21:10-25:19) Kie Teetsee (als je uittrekt): Als een vrouw krijgsgevangene wordt gemaakt en een man begeert haar, dan zijn er tal van bepalingen over een huwelijk met haar. Als een man twee vrouwen heeft en hij houdt van de … Lees verder

Parsja Sjoftiem 5772

(Devariem/Deuteronomium 16:18-21:9) Sjoftiem (rechters): Rechtvaardigheid moet steeds betracht worden. Afgodendienaren moeten worden onderworpen aan een grondig onderzoek met twee of drie getuigen. G’d kiest een koning voor je uit; hij moet bescheiden zijn in materiële zaken en hij moet een … Lees verder

Parsja Re’ee 5772

(Dewariem/Deuteronomium 11:26 – 16:17)  Re’ee (Zie): Als HaSjeem de Bné Jisraëel het Land binnenbrengt moet de zegen worden uitgesproken bij de berg Geriziem en de vloek bij de berg Ebal. Alle afgodstekenen in het Land moeten vernietigd worden. HaSjeem zal … Lees verder

Parsja Ekev 5772

 (Dewariem/Deuteronomium 7:12 – 11:25)            EKEV (onderweg naar de beloning): Nogmaals brengt Mosjé de mensen onder ogen dat ze, als ze zich houden aan de geboden, gezegend zullen zijn, maar als ze hooghartig zijn, problemen zullen krijgen. Hij brengt hen … Lees verder

Parsja We’etchanan 5772

 (Dewariem/Deuteronomium  3:23 – 7:11)   WE-ETCHANAN (en ik smeekte): Mosjé smeekt toch het Land te mogen binnentrekken maar G’d weigert dat. Hij kan op de top van de berg Pisga het Land aanschouwen en hij zal Jehosjoe’a aanmoedigen. Mosjé herinnert het … Lees verder

Parsja Dewariem 5772

 (Dewariem/Deuteronomium 1:1 – 3:22) DEVARIEM (Woorden): Mosje geeft standjes over het verleden en memoreert de overwinningen op de Emori en Chesjbon om het volk vertrouwen te geven voor de verovering. Het doel is G’ds wetten nakomen in het land. Vijf … Lees verder

Parsja Matot – Masa’ee

(BEMIDBAR/NUMERI 30:2–36:13)             MATOT (staven): Numeri 30:2 – 32:42. Als iemand een eed of een gelofte aflegt dan moet die precies uitgevoerd worden, maar een vader of een echtgenoot kan eventueel de eed of de gelofte van dochter of echtgenote teniet … Lees verder

Parsja Pinchas

PINCHAS (persoonsnaam): Pinchas krijgt van Hasjeem Zijn vredesverbond aangeboden, omdat hij het recht van Hasjeem heeft opgeëist door het leven te nemen van de ontuchtige Midjanietische Kozbi bat Tsoer en haar minnaar Zimri ben Saloe. Tevens beveelt G’d vijandelijkheden tegen … Lees verder

Parsja Balak 5772

BALAK (persoonsnaam): Balak, de koning van Moab vreest Am Jisraeël en zendt afgezanten naar de waarzegger Bile’am met het verzoek met hen mee te gaan om het Joodse volk te vervloeken. Bile’am raadpleegt G’d die eerst nee en dan ja … Lees verder

Parsja Choekat 5772

(Bemidbar/Numeri 19:1-22:1) CHOEKAT (WET): Met de as van de rode koe is het mogelijk rein te worden na contact met een dode. Mirjam sterft. Er is geen water. G’d gebiedt Mosjé tegen de rots te spreken. Mosjé slaat met zijn … Lees verder

Parsja Korach 5772

Korach, Datan en Awiram en nog 250 man rebelleren tegen het leiderschap van Mosjé en Aharon. G’d wil de hele gemeenschap vernietigen maar laat alleen de aanstichters verdwijnen. De hele gemeenschap neemt dit Mosjee en Aharon kwalijk. G’ds woede ontbrandt … Lees verder

Parsja Sjelach lecha 5772

(Bemidbar/Numeri 13:1-15:41)   Mosje stuurt twaalf mannen, één van iedere stam, om Kena’an te verkennen. Ze keren na veertig dagen terug en vertellen dat het land inderdaad overvloeit van melk en honing. De vruchten zijn groot en als bewijs tonen ze … Lees verder

Parsja Beha’alotecha 5772

BEHA’ALOTECHA (bij het aansteken): Toen de tijd gekomen was voor het Pesachoffer bleken sommige mannen onrein. Zij krijgen verlof voor een inhaalmogelijkheid, het Pesach sjenie. De stammen trekken op of blijven op hun plaats als de wolk of de vuurzuil … Lees verder

Parsja Naso 5772

(BEMIDBAR/NUMERI 4:21 – 7:89) In Naso worden verdere opdrachten omtrent het transport meegedeeld. Daarna wordt opgedragen iedereen die ritueel onrein is, buiten het kamp te plaatsen. Er volgt een voorschrift voor wie zaken ontvreemd heeft. Als een man in een … Lees verder

Parsja Bemidbar 5772

BEMIDBAR (in de woestijn). Bij telling blijken er meer dan 600.000 mannen van 20 jaar en ouder te zijn. De Levieten worden apart geteld: vanaf één maand. Het vervoer van het draagbare Heiligdom is hun taak. De stammen worden in … Lees verder

Parsja Behar Bechoekotai 5772

Behar (Wajikra/Leviticus 25:1-26:2) BEHAR (op de berg) G’d gebiedt een Sjabbatjaar (Sjemita) voor het Land: het 7e jaar mag het land niet bezaaid worden. Wat vanzelf opkomt mag men eten. Na 7 x 7 jaar is het 50e jaar een Joweel-jaar, … Lees verder

Parsja Emor 5772

(Wajikra / Leviticus 21:1 – 24:23) Kohaniem mogen geen contact met doden hebben, niet met een gescheiden vrouw huwen en niet onrein of met bepaalde gebreken dienst in de Tempel doen. Alleen kohaniem mogen van geheiligd voedsel eten. Een dier … Lees verder

Parsja Acharee Mot 5772

Op Jom Kippoer, als de Hogepriester het Allerheiligste betreedt, moet hij speciale kleding aantrekken. De offers worden beschreven, waaronder 2 gelijke bokken, waarvan de ene geofferd wordt en de andere, met de zonden van het volk beladen, de woestijn wordt … Lees verder

Parsja Tazria & Metsora 5772

Parsja Tazria (Wajikra/Leviticus 12:1-13:59) en Metsora  (Wajikra/Leviticus 14:1 – 15:33) TAZRIA (conceptie en geboorte). Na de bevalling van een zoon of een dochter wordt de kraamvrouw onrein; ze moet een offer brengen. De briet-mila (besnijdenis) moet op de achtste dag … Lees verder